De overheid, je beste vriend

VRT-journaliste Sabine Vandeputte woont en werkt enkele maanden in Amsterdam, dankzij een uitwisselingsproject voor journalisten van de lage landen. Elke week vertelt ze over de dingen die Nederland onderscheiden van ons land.

Na de frontale aanval op het Nederlandse mannelijke ego vorige week is het hoog tijd voor wat masseerwerk. Ik wil de resterende weken in het noorden op min of meer prettige wijze doorbrengen, dat zal u begrijpen.

Wat mij in Nederland blijft verbazen, is de ogenschijnlijk innige vriendschapsband tussen burgers en overheid. Ik herinner me een zaterdagavond op het Leidseplein, precies tien jaar geleden. De Amsterdamse politie stond er tot de tanden toe gewapend, terwijl er niets aan de hand was. Kennelijk was hun aanwezigheid bedoeld als geruststelling voor het uitgaanspubliek.

De agenten zaten met helmen en wapenstokken op vervaarlijk hoge paarden. Maar ik wist niet wat ik zag. Ondertussen kletsten ze gezellig met het tuig dat ze moesten afschrikken. De paarden werden lieflijk geaaid, de ogen gleden bewonderend over het uniform en er werden nog net geen telefoonnummers uitgewisseld. In België is zoiets ondenkbaar. Een robocop op een paard is voor iedere goedgeaarde Belg hét sein om rechtsomkeert te maken, en wel direct.

De band tussen de Nederlander en zijn bestuurders lijkt de voorbije jaren alleen maar hechter geworden. Hier in Amsterdam zie ik soms een scooter voorbijkomen met een tevreden uitziend iemand die trots de letters “Toezichthouder” op de rug draagt.

Waar ik vandaan kom, ga je alleen zo de weg op als je je leven moe bent. Bij de Noord-Zuidlijn kennen ze er ook wat van. Het nieuwe stuk Amsterdamse metro kost stukken van mensen, complete straten staan ineengezakt, maar toch weet de stad het project te verpakken als iets "van ons allen, voor iedereen". Er wordt geïnformeerd dat het een lieve lust is. Er zijn wedstrijden aan verbonden, kinderen krijgen kleurplaten en als je niet oplet ken je alle bouwvakkers bij naam. De overheid pakt het hier zo slim aan dat zelfs het onaanvaardbare toegejuicht wordt.

Ook op de lokale zender AT5 val ik van de ene verbazing in de andere. Er is een verkeersprogramma waarin vlotte presentatoren opgewekt komen vertellen welke straten nu weer open liggen en waarom we daar "met z’n allen" blij om moeten zijn. Het gebeurt allemaal op zo’n vrolijke en aanstekelijke manier dat je bijna zelf zin krijgt om straten te gaan opbreken.

Maar het mooiste is het "Gesprek met de burgemeester". Wekelijks komt Eberhard van der Laan (foto) uitleggen wat voor moeilijke maatregelen hij nu weer moest nemen en waarom dat zo goed is voor ons allemaal. Hij praat op een zalig zalvende toon en kijkt er ook prachtig bezorgd bij. Als je goed luistert, zegt ie eigenlijk altijd dat er geen geld is voor niets en dat het de komende tijd alleen maar doffe ellende wordt. Maar de ondertoon is: luister es rustig naar papa, vertrouw me nou maar, dit is voor je eigen bestwil en ooit komt alles goed. Fantastische televisie.

In mijn vaderland is de planning van de wegenwerken één grote chaos waar ook de betrokkenen al lang geen zicht meer op hebben. En de burgemeester van Brussel krijg je voor geen enkel ernstig gespreksonderwerp voor de camera, de man heeft het veel te druk met feesten en partijen. Belgen hàten de overheid, van oudsher. Ik kan niet wachten tot ik terug ben.

Sabine Vandeputte

Meest gelezen