"Als ze Tom na zijn eerste val met rust hadden gelaten, had hij het overleefd"

Vijftig jaar geleden overleed de Brit Tom Simpson in de Ronde van Frankrijk. Net voor de top van de Mont Ventoux zakte de ex-wereldkampioen in elkaar. Fernand Tuytens was mecanicien van de Belgische ploeg. Hij zag het allemaal gebeuren en blikt terug op die fatale dag. Hij haalde Simpson van zijn fiets en is ervan overtuigd dat Simpson het had kunnen overleven.

Tom Simpson werd geboren op 30 november 1937 in het Engelse dorp Haswell en zette op 16-jarige leeftijd zijn eerste stappen in de wielersport. Van jongs af aan was zijn handelsmerk ‘inzet, wilskracht, nooit opgeven’. Eigenschappen die ervoor zorgden dat hij een van de eerste Britse renners was die met succes de overstap naar het Europese vasteland maakten.

Leverden zijn inspanningen hem aanvankelijk alleen ereplaatsen op, vanaf de jaren zestig volgden de overwinningen elkaar op. De Ronde van Vlaanderen (1961), Bordeaux-Parijs (1963), Milaan-Sanremo (1964) en de Ronde van Lombardije (1965). Het hoogtepunt in zijn carrière was de wereldtitel in 1965 in het Spaanse Lasarte. Maar zijn grootste uitdaging was de Ronde van Frankrijk.

"Most of all I would like to win the Tour de France, but I cannot afford to have any bad luck" (Tom Simpson: 'Cycling is my life' (1966))

“Een joviale beer”

In 1967 won Tom Simpson Parijs-Nice en vertrok met grote ambities naar de 54ste Ronde van Frankrijk. Dat jaar werd de Tour gereden door landenploegen en Tom Simpson was met het Britse team een van de topfavorieten. Fernand Tuytens herinnert zich die ronde nog als de dag van vandaag. De oud-renner was mecanicien van de Belgische ploeg en de Belgen logeerden in hetzelfde hotel als de Britten. Tuytens kende Tom Simpson, die bovendien ook nog in Vlaanderen, in Gent, woonde, goed. “Een sympathieke en joviale gast. Een beer.”

De race naar de dood

Het was een loodzware etappe, die 13de rit op de 13de juli. Van Marseille naar Carpentras. Snikheet. Heftige omstandigheden om de Mont Ventoux te trotseren. “Tom Simpson zat mee in een kopgroep. Op 300 meter volgde een eerste groepje achtervolgers, met daarbij de Belg Jos Huysmans. Lomme Driessens, Cois Cools en ik reden met de volgwagen achter dat groepje-Huysmans”, herinnert Fernand Tuytens zich. “Via de radio hoorden we dat Tom Simpson moest afhaken in de kopgroep. Eenmaal bij de achtervolgende groep probeerde hij nog het wiel van Huysmans te volgen, maar tevergeefs. Simpson moest lossen. Slingerde van links naar rechts en liet zich vallen tegen de flank van de berg.”

Wat volgde was een triest schouwspel. Fernand Tuytens: “Harry Hall, de mecanicien van de Britse ploeg, sprong uit hun auto. Hij heeft Simpson rechtgetrokken en weer in gang gestoken. Het lukte niet. Tom viel voor de tweede keer. Hall zette hem opnieuw op zijn fiets. Hij bleef zwalpend fietsen, van rechts naar links, richting afgrond. Hij dreef zichzelf tot het uiterste.”

Op één kilometer van de top van de Mont Ventoux vond Tuytens het welletjes. “Ik sprong uit de wagen van de Belgische ploeg en rende naar Simpson, gaf de Britse mecanicien een duw en schreeuwde dat hij moest stoppen Simpson op zijn fiets te zetten. Ik heb die fiets vastgepakt en geroepen ‘Tom maintenant c’est fini’. Zijn ogen staken een centimeter uit zijn oogkassen. Totaal leeg. Daarna heb ik hem van zijn fiets geholpen en op de grond gelegd. Ik ben snel terug in de auto gestapt. Op weg naar de Belgen, vooraan in de koers.”

“Als ze Tom na zijn eerste val met rust hadden gelaten, had hij het overleefd”

De eerste uren was het allemaal onduidelijk wat er gebeurd was. De ronde reed voort en de Nederlander Jan Janssens won de etappe, onwetend wat er was gebeurd. Pas later drong de realiteit door. “Bij aankomst in het hotel werd het pas duidelijk dat Tom Simpson overleden was”, zegt Tuytens. De verslagenheid was groot. De Tourarts Pierre Dumas en een verpleegster hadden geprobeerd hem te reanimeren. Minutenlang hebben ze voor zijn leven gevochten. Hij is nog met de helikopter naar een ziekenhuis in Avignon gebracht. Tevergeefs. “Simpson heeft het niet gehaald, maar ik ben ervan overtuigd dat als ze Tom met rust hadden gelaten toen hij zich had laten vallen tegen de bergflank, dat hij het overleefd zou hebben”, mijmert Tuytens. "Het is vaak zo: tot het uiterste rijden en dan bekomen."

Hitte, alcohol en doping

De uitputting en de hitte die dag zullen een rol hebben gespeeld, maar Simpson had onderweg ook van andere dingen gesnoept: alcohol - hij had tijdens de rit cognac gedronken - en amfetamines. De restanten van die producten staken nog in de zakjes van zijn koerstrui, vertelt Tuytens: 

“Journalisten vroegen me waarom ik niet in Tom zijn zak heb gevoeld om ze eruit te halen. Het antwoord is eenvoudig: omdat dat niet verstandig geweest zou zijn. Had iemand mij met mijn handen in zijn zakken zien zitten, dan zouden ze misschien wel gezegd hebben dat ik ze erin had gestoken.”

Lomme Driessens spoelt zijn medicatie door

De Franse politie startte een onderzoek. “Aan het hotel zijn wij en de Britten tegenhouden door de politie", herinnert Tuytens zich. "Zij voerden een onderzoek en de volgwagens van de Belgische en de Britse ploeg werden ondersteboven gehaald. Zonder resultaat.” De Britten en de Belgen werden ook ondervraagd. “Lomme Driessens was altijd een held, maar dat moment was hij bang. Hij had medicatie op zak voor persoonlijk gebruik, maar uit schrik heeft hij ze in het toilet doorgespoeld.”

Meest gelezen