Twaalfjarige jongen mag zelf beslissen over chemokuur

Bij de jongen werd vorig jaar een herstentumor vastgesteld. Hij werd  met succes geopereerd en volgens het behandelplan was de volgende stap chemotherapie. Hij besloot echter dat hij geen behandelingen meer wilde in het medische circuit, maar alleen nog door alternatieve genezers geholpen wilde worden. Hij werd daarin gesteund door zijn moeder.

De ouders van de jongen zijn gescheiden en verschillen van mening over de behandeling van hun kind. Vanwege de situatie werd hun zoon eerder al onder toezicht gesteld van een gezinsvoogd. Om de behandeling af te dwingen, spande de vader een kort geding aan. Hij wil dat zijn zoon alles aangrijpt om gezond te blijven.

De jongen werd onderzocht door een psychiater die hem wilsbekwaam bevond. De 12-jarige is niet depressief en heeft een sterke wil om te leven, maar kan ook nadenken over de dood, aldus de psychiater.

"Hij ziet op tegen de bijwerkingen van de chemotherapie en de achteruitgang in zijn kwaliteit van leven", stelt de rechtbank. "Voor ingrijpende medische handelingen is zijn toestemming nodig, gelet op zijn recht op zelfbeschikking." De rechter zegt de twijfels van de vader wel te begrijpen, maar ziet geen ruimte om de afweging van de jongen niet te respecteren.

Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Martin Van Rijn (PvdA) vindt het jammer dat deze zaak voor de rechter moest worden uitgevochten. Hij wijst erop dat een patiënt van zijn twaalfde jaar mag meepraten over zijn behandeling, maar dat het oordeel van de ouders doorslaggevend is.

"Over het algemeen wordt een rechtsgang voorkomen, omdat er afspraken tussen ouders en kind worden gemaakt. Maar als de ouders het niet eens zijn over de keuze, dan moet je helaas naar de rechter. Ik vind dat heel erg jammer."