Dijsselbloem biedt excuses aan: "Ik wilde niemand kwetsen"
In een interview met de Duitse krant Frankfurter Allgemeine Zeitung zei Dijsselbloem vorige maand dat hij de solidariteit tussen de noordelijke en de zuidelijke lidstaten van de eurozone belangrijk vindt. De ongelukkige vergelijking die hij daaraan toevoegde is bij veel Zuid-Europese landen in het verkeerde keelgat geschoten: "Ik kan niet mijn hele leven geld uitgeven aan drank en vrouwen om dan bij u mijn hand op te houden. Dat principe geldt op persoonlijk, lokaal, nationaal en evenzeer op Europees vlak."
De reacties in zuidelijk Europa waren niet mals. "Hoe sneller hij ontslag neemt, hoe beter", reageerde bijvoorbeeld de voormalige Italiaanse premier Matteo Renzi. Ook Antonio Costa, de premier van Portugal, eiste het ontslag van Dijsselbloem. Hij had het zelfs over de "racistische, xenofobe en seksistische visie" van Dijsselbloem.
Nadat hij dat eerst lange tijd heeft geweigerd, is de Nederlandse minister van Financiën nu toch met excuses over de brug gekomen. "Het was absoluut niet mijn bedoeling om specifieke personen of lidstaten te schofferen", zei hij in het Europees Parlement. "Dat ik niet ben ingegaan op uw vorige verzoek om naar de plenaire zitting te komen, getuigde ook zeker niet van kwade wil", benadrukte hij.
"Ik heb de voorbije vier jaar hard gewerkt om de landen in de eurozone dichter bij elkaar te brengen", zegt de Nederlander voorts. "Het laatste wat ik nu wil doen, is die inspanningen op de helling zetten. Ik zal de komende maanden ook nauw blijven samenwerken met het Europees Parlement. Daar hecht ik veel belang aan."
Niet overtuigd
Ook na zijn excuses voor het Europees Parlement, is de storm nog niet gaan liggen voor Dijsselbloem. "Een echte schande" en "criminele uitspraken", zo klinkt het nog steeds. De toekomst van de Nederlandse sociaaldemocraat als voorzitter van de Eurogroep blijft onduidelijk. De Nederlandse minister van Financiën zag zijn partij PVDA zwaar onderuit gaan bij de jongste verkiezingen voor de Tweede Kamer. Als zijn partij geen deel uitmaakt van de volgende regering in Nederland, is het weinig waarschijnlijk dat hij voorzitter van de Eurogroep blijft.