Vroeger IRA-kopstuk Martin McGuinness overleden

De vroegere IRA-topman en latere Sinn Féin-politicus Martin McGuinness is overleden. Dat melden Britse media. Als onderhandelaar speelde hij een sleutelrol bij de onderhandelingen voor het vredesakkoord in 1998. McGuinness was van 2007 tot januari van dit jaar ook vicepremier voor Noord-Ierland. McGuinness was 66, hij overleed na een kort ziekbed.

James Martin Pacelli McGuinness werd geboren als telg in een grote, straatarme katholieke familie in Londonderry in 1950. Omdat studeren niet vlotte, ging hij aan de slag als slagershulpje. Toen aan het einde van de jaren 60 de troubles uitbraken in Noord-Ierland, koos hij al snel voor het IRA. Hij maakte naar eigen zeggen de klik toen hij zag hoe ruw Britse agenten katholieken die vreedzaam betoogden voor meer rechten behandelden.

McGuinness groeide snel door in de paramilitaire structuur van het IRA. Toen Britse soldaten op een zondag in januari 1972 14 mensen doodden tijdens een mars in Londonderry was hij, nauwelijks 21 jaar oud, tweede in lijn bij de organisatie. De dag zou de geschiedenis ingaan als "Bloody Sunday".

Aanslag tegen Conservatief congres in Brighton

Martin McGuinness trok later datzelfde jaar een eerste keer samen met onder meer Gerry Adams naar Londen om er te onderhandelen over vrede. De gesprekken mislukten. Een jaar later werd McGuinness betrapt met een auto vol explosieven en veroordeeld wegens deelname aan activiteiten van het IRA.

Op het hoogtepunt van de IRA-terreur in de jaren 80, toen de organisatie zich herorganiseerde en opnieuw bewapende, was McGuinness de man van de harde, gewelddadige actie die koste wat kost Noord-Ierland uit het Verenigd Koninkrijk wou halen, tegen de zin van de protestantse inwoners.

Een van de meest bekende IRA-aanslagen is ongetwijfeld die op het Grand Hotel in de Engelse kuststad Brighton waar op dat moment een congres van de Britse Conservatieven aan de gang was.

De bedoeling was om premier Margaret Thatcher te doden. Dat mislukte, maar de aanslag veroorzaakte wel een blijvend trauma binnen de partij. Vijf mensen kwamen om, dertig anderen liepen in veel gevallen zware verwondingen op.

AP2007

Onverwachte vredesduif

Terwijl het geweld in Noord-Ierland aanhield, begon de Ierse Republikein achter de schermen wel in alle discretie gesprekken te voeren met vertegenwoordigers van de Britse regering. De onderhandelingen zouden herhaaldelijk leiden tot een staakt-het-vuren en later ook de vredesonderhandelingen van de jaren 90.

Getuigen roemden daarbij McGuinness' zeldzame combinatie van talenten: met zijn reputatie van harde, onbuigzame IRA-man slaagde hij erin om zijn kompanen bij de republikeinen belangrijke toegevingen te laten doen, bv. over de ontwapening van het IRA. Tegelijk kon hij ook bijzonder charmant zijn, wat ontwapenend werkte bij zijn vroegere tegenstanders.

Na het Goedevrijdagakkoord in 1998, onderhandeld onder toeziend oog van de toenmalige premier Tony Blair, werd McGuinness minister van Onderwijs in de gedecentraliseerde Noord-Ierse regering.

Bijzondere vriendschappen

In 2007 gebeurde wat niemand ooit mogelijk had geacht: Sinn Féinn stapte in een regering met de vroegere aartsvijanden van de Democratic Unionist Partij (DUP) van dominee Ian Paisley.

McGuinness slaagde er met zijn charisma in Paisley te charmeren en de twee gezworen vijanden groeiden uit tot onwaarschijnlijke vrienden. De Ierse media gaven het tweetal zelfs de bijnaam de chuckle brothers, omdat ze wel altijd samen ergens stonden te grinniken. Paisley stierf in 2014, de relatie met zijn opvolgers verliep een stuk stroever.

In de jaren na het Goedevrijdagakkoord zou McGuinness elke poging om het vredesproces te saboteren kordaat afblokken. Hij zwoer alle geweld af en zei herhaaldelijk dat "zijn oorlog voorbij was".

En wat in de jaren 80 onmogelijk zou zijn geweest, kon nu wel. De ooit zo gehate en gevreesde IRA-leider schudde in 2012 de hand van de Britse koningin, een opmerkelijk gebaar dat later nog verschillende keren navolging zou krijgen.

Plotse ontslag

McGuinness nam begin dit jaar onverwachts ontslag als adjunct-premier van de Noord-Ierse regering na een ruzie binnen de regering over een fraudezaak rond hernieuwbare energie.

Maar volgens waarnemers had zijn ontslag ook te maken met zijn zwakke gezondheid. McGuinness leed aan amyloidosis, een zeldzame aandoening die blijkbaar wel vaker voorkomt in het noordwesten van Ierland, waarbij woekerende proteïnes de organen blokkeren. De chemotherapie om de proteïnen te bestrijden had hem erg verzwakt.

Als gevolg van zijn beslissing om op te stappen moest Noord-Ierland opnieuw naar de stembus, een voortvloeisel van het vredesakkoord. Bij die verkiezingen, op 2 maart slaagde Sinn Féin erin haar zetelaantal te vergroten en een einde te maken aan de meerderheid van de unionisten in het Noord-Ierse parlement.

Meest gelezen