Japanse staat "schuldig aan nalatigheid voor kernramp Fukushima"

Verschillende inwoners van Fukushima dienden na het nucleaire incident in 2011 een klacht in tegen de staat en Tokyo Electric Power - de uitbater van de kerncentrale - omdat ze hun huizen voor lange tijd moesten verlaten. Duizenden van hen kunnen nog steeds niet naar huis terugkeren.

De rechtbank van Maebashi, een district ten noorden van de hoofdstad Tokio, heeft nu geoordeeld dat zowel de Japanse overheid als de uitbater van de kerncentrale schuldig zijn aan nalatigheid. Het is de eerste keer dat de Japanse staat de verantwoordelijkheid voor de kernramp in de schoenen geschoven krijgt.

De twee partijen moeten in totaal 38,55 miljoen yen (iets meer dan 300.000 euro) betalen aan 137 geëvacueerden, die nog altijd niet naar huis zijn kunnen terugkeren. De voormalige bewoners van Fukushima vroegen in eerste instantie een schadevergoeding van 1,5 miljard yen, "als compensatie voor het verlies van inkomsten en de emotionele belasting" die ze na de evacuatie moesten ondergaan.

In drie van de zes reactoren van de kerncentrale van Fukushima onstond in 2011 een "meltdown", nadat het noordoosten van Japan getroffen werd door een zware aardbeving en een daaropvolgende tsunami. Honderdduizenden mensen moesten hun huizen verlaten. Bijna 80.000 van hen kunnen nog steeds niet naar huis terugkeren door de hoge stralingsniveaus in de omgeven van de Daiichi-centrale.