"Poetin wou van ons slachtoffers maken, maar dat is hem niet gelukt"

Ruim drie jaar is ze opnieuw op vrije voeten: Nadezjda Tolokonnikova, een van de frontvrouwen van Pussy Riot. In februari 2012 haalde ze samen met andere leden van de protestgroep het wereldnieuws nadat ze in de kathedraal van Christus de Verlosser in Moskou een "punkgebed" tegen de Russische president Vladimir Poetin hadden gescandeerd.

Voor deze protestdaad belandde Tolokonnikova in de cel. Haar gevangenschap greep ze aan om een boek te schrijven. Dat heeft ze recent in Amsterdam voorgesteld. Het kreeg de titel "Zo begin je een revolutie" en leest als een handleiding voor politiek activisme.

"Poetin wou van ons slachtoffers maken, maar dat is hem niet gelukt", vertelt ze in een gesprek met Balliauw. "Het is je eigen keuze of je een slachtoffer wil zijn of niet en wij hebben dat geweigerd. Poetin wou duidelijk maken dat protestacties niet zonder gevolgen zouden blijven, maar dat was minder eenvoudig dan hij dacht."

Opmerkelijk: Tolokonnikova noemt haar gevangenschap niet de ergste tijd van haar leven. "Ik vind dat je overal plezier moet hebben, ook in de gevangenis. Ook daar wil je nog altijd eten, roken en liefhebben. De bedoeling van de regering is die twee jaar van je te stelen, zelf probeer je dat niet toe te staan en probeer je opnieuw plezier te hebben."

Momenteel verblijft Tolokonnikova in de VS waar ze zich actief bij het protest tegen president Donald Trump heeft aangesloten, onder meer met een protestvideo (zie onder). "Democratie kan snel worden weggespoeld", waarschuwt ze. "Het is belangrijk dat Amerikanen en de rest van de wereld protesteren en hun instellingen verdedigen."