Toerisme in Parijs lijdt onder terreur, maar beterschap in zicht
Het zijn vooral de buitenlandse toeristen die het hebben laten afweten: ten opzichte van 2015 waren er bijna 9 procent minder internationale bezoekers in Parijs. De Franse toeristen zelf bleven hun hoofdstad redelijk trouw (- 0,8 procent).
Vooral de Chinezen, Japanners, Russen en Italianen bleven weg, blijkt uit een rapport van het Regionale Toerismecomité (CRT) van de Franse hoofdstad. Daardoor werd er ook minder gespendeerd in Parijs: in totaal voor iets meer dan 19,5 miljard euro, oftewel een daling van bijna 1,3 miljard ten opzichte van 2015. De Belgische toeristen zijn de witte raven: wij gaven vorig jaar ruim 4 procent meer uit in Parijs dan in 2015.
Bijgevolg zijn de bezoekcijfers van de bezienswaardigheden in Parijs niet zo denderend. Centre Pompidou mocht vorig jaar dan wel nog 9 procent meer bezoekers ontvangen, maar het grootste museum ter wereld - het Louvre - zag bijvoorbeeld ruim 13 procent minder kijklustigen over de vloer komen.
Lichtpuntjes voor de lichtstad
De neerwaartse cijfers zijn vooral te wijten aan de terreuraanslagen van november 2015. Maar de daling is wel minder ernstig dan voorspeld. Bovendien is er licht aan het einde van de tunnel.
Zo ging het zakentoerisme er vorig jaar licht op vooruit ten opzichte van 2015. En sinds november 2016 ziet Parijs het aantal toeristen opnieuw opveren tot op het niveau van voor de aanslagen, en de eerste cijfers voor 2017 wijzen ook op een herstel.
En zo blijft Paris Ile-de-France de meest bezochte toeristische regio ter wereld.
