Opa Trump smeekte om niet uitgezet te worden

Friedrich Trump was in Rijnland-Palts geboren maar in 1885 stapte hij illegaal op de stoomboot naar het land waar zijn kleinzoon binnenkort president van wordt. Friedrich was toen 16 jaar jong en wilde zijn geluk gaan beproeven in de Nieuwe Wereld én ontsnappen aan de dienstplicht in Duitsland. Dat zou hem later zuur opbreken.

Ondernemen zit de Trumps kennelijk in het bloed, want na vele omzwervingen door de VS startte Friedrich een eigen zaak. Hij sloot zich aan bij de goudzoekers tijdens de Goudkoorts van Klondike. Zelf ging hij niet aan de slag als goudzoeker, maar opende een restaurant-bordeel waar de goudzoekers van grab by the pussy konden doen.

In 1901 keerde Trump als een gefortuneerd man terug naar zijn Duitse heimat: Kallstadt. Daar trouwde hij met Donalds oma: Elizabeth Christ. Na hun trouw verkasten de Trumps terug naar New York om daar een restaurant-hotel te gaan runnen. Maar na verloop van tijd kreeg Elizabeth heimwee, zo erg zelfs dat de Trumps in 1904 weer naar Duitsland terugkeerden. Dat had Friedrich aan zijn schoonvader beloofd.

Kort na zijn terugkeer kwamen de Duitse autoriteiten er al snel achter dat snode Friedrich zijn dienstplicht ontdoken had. Een strafbaar feit waardoor hij zijn Duitse nationaliteit kon verliezen en het land kon worden uitgezet.

Op 27 februari 1905 viel bij de Trumps een brief op de mat met het harde verdict: “De Amerikaanse burger en dienstplichtige Friedrich Trump, die nu in Kallstadt woont, moet tegen 1 mei Beieren verlaten. Anders zal hij het land worden uitgezet.” Trump liet het hier niet bij en op 6 juni 1905 schreef hij een smeekbrief van drie pagina’s aan de prins-regent van Beieren, maar die smeekbede leverde niets op.

Trump kreeg wel nog even uitstel omdat zijn dochter ziek was, maar uiteindelijk moest hij in juli het land verlaten. Wat Frederick -hij had intussen zijn naam verengelst- ook deed. Hij vertrok terug naar New York en drie maand later werd Fred Trump Jr. geboren, de vader van Donald. Maar Frederick Sr. dacht toen nog dat hij met zijn jonge gezin ooit nog wel kon terugkeren naar Duitsland.

(lees verder onder de afbeelding van de brief van 6 juni 1905)

Uit 30 pagina's historische documenten die onlangs naar aanleiding van de presidentsverkiezingen uit het archief werden opgediept blijkt nu dat Frederick nog lang heeft geprobeerd om in Duitsland te mogen blijven.

Eind 1906 schreef hij een brief waarin hij de heimwee van zijn vrouw nog eens als argument aanvoerde. “Mijn vrouw is de de enige dochter van haar ouders die in Kallstadt leven. Ze is hier niet gezond en kan het leven hier niet gewoon worden”, klonk de smeekbede. De lokale autoriteiten antwoordden op 5 maart 1907 dat Trumps aanvraag werd afgewezen. Schluss. En zo hebben zij er dus onrechtstreeks voor gezorgd dat kleinzoon Donald Trump, een kleinzoon van Duitse immigranten, in 2017 president van Amerika wordt.