Het belang van Aleppo

Het recente bestand dat Amerikanen en Russen in Syrië hadden afgesproken, is mislukt wegens de aanhoudende gevechten in en rond de noordelijke grootstad Aleppo. Die is voor het regime en voor de rebellen te belangrijk om op te geven, zelfs gedeeltelijk. Voor Assad is dat de kroon op het werk om tenminste een deel van Syrië te blijven controleren.

Aleppo of Haleb in het Arabisch  is samen met Damascus één van de oudste steden ter wereld. In de Oudheid en de Middeleeuwen waren beide steden strategisch erg belangrijk in het Nabije Oosten en er werd dan ook vaak slag om geleverd, onder meer tijdens de Kruistochten. De stad werd gedomineerd door een grote burcht op een heuvel in de stad en had ook een erg grote soek, die door de Unesco werd uitgeroepen tot werelderfgoed, maar intussen ook verwoest is.

Voor de Syrische burgeroorlog was Aleppo met meer dan 2,7 miljoen inwoners groter dan de hoofdstad Damascus en was het de economische hoofdstad van het land. 

Aleppo was ook het centrum van de oude soennitische handelselite van Syrië, die door het op de sjiitische alawieten steunende regime van de Assad-dynastie steeds met een scheef oog werd bekeken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een groot deel van de bevolking na het uitbreken van het protest in 2011 de kant van de rebellen koos.

Sindsdien bleef Assad proberen om Aleppo opnieuw in te nemen. Dat lukte niet, ook niet nadat het regeringsleger werd versterkt met Iraanse revolutionaire wachten, Libanese strijders van de Hezbollah-militie en sjiitische vrijwilligers uit Irak. Wel bleef het regime het westelijke deel van Aleppo controleren.

"Geen bestand zonder herovering van Aleppo"

De voorbije maanden heeft het Syrische leger met steun van Russische luchtbombardementen een deel van het westen en noorden van het land kunnen heroveren. Omsingelde steden zoals Hama en Homs vielen opnieuw in handen van het Assad-regime, nadat de belegerde rebellen en hun families een vrije aftocht hadden gekregen. Nu biedt Assad hetzelfde aan aan de rebellen die in het oosten van Aleppo grotendeels omsingeld zitten.

Het bestand dat Amerikanen en Russen in september waren overeengekomen, mislukte, vooral omdat het leger van Assad absoluut de volledige controle wou heroveren over Aleppo en dan vooral over het door de rebellen gecontroleerde oosten van de stad.

Assad controleert nu zowat de helft van Syrië, maar bezit wel de meest bevolkte en strategisch belangrijke gebieden. Het gaat dan om de omgeving van de hoofdstad Damascus, Hama en Homs en de kuststrook met de havens Latakia en Tartus en het daarachter gelegen bergland, dat de thuisbasis is van de alawitische minderheid van Assad.

Dat "mini-Syrië" of "nuttige" deel van het land  is voor Assad voldoende om zijn dictatuur politiek te laten overleven en dat was voor hem de inzet van de oorlog. Aleppo hoort daar evenwel bij, zowel symbolisch als om een voet aan de grond te houden in het noordwesten van Syrië. Voor Assad kan er daarom geen sprake zijn van een bestand zo lang Aleppo niet volledig opnieuw in zijn handen is.

Voor de Russen is het behoud van de marinefaciliteiten in de haven van Tartus belangrijk als -zij het een beperkt- steunpunt aan de Middellandse Zee, die doorgaans een NAVO-meer is. Dat is voor Assad en Poetin de inzet van de oorlog.

Meest gelezen