Kerry: vliegverbod om bestand in Syrië te redden

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry zegt dat het bestand in Syrië enkel gered kan worden als de gevechtsvliegtuigen boven de conflictzones onmiddellijk aan de grond gehouden worden. Washington beschuldigde Moskou eerder ervan achter het bombardement te zitten op een hulpkonvooi van de Verenigde Naties eergisteren.

Kerry deed zijn uitspraken tijdens een bijzondere zitting van de VN-Veiligheidsdraad over Syrië. Hij zei eerst dat hij telkens opnieuw en opnieuw te horen gekregen heeft dat iedereen in Syrië hetzelfde nastreeft. "Maar we tonen ons deplorabel slecht om dat ook in de realiteit waar te maken", zo zei hij.

Kerry somde daarna een waslijst van Amerikaanse klachten op over de Syrische president Bashar al-Assad en over Rusland, de belangrijkste steunpilaar van het Syrische regime. Daarna opperde hij ook een concrete suggestie om het bestand alsnog te redden.

"Om de geloofwaardigheid te herstellen, moeten we onmiddellijk alle vliegtuigen in de sleutelgebieden aan de grond houden, om de spanning te doen verminderen en een kans te bieden aan de humanitaire hulp om ongehinderd door te komen", zo zei Kerry.

De kans lijkt echter klein dat Moskou en Syrië dat zullen aanvaarden.

"Moskou verantwoordelijk"

Eerder had de VS Moskou ervan beschuldigd dat het achter het bombardement zit op een hulpkonvooi van de VN.

"Alle aanwijzingen tonen duidelijk aan dat het ging om een luchtaanval", zegt Ben Rhodes, een raadgever van president Barack Obama. Hij benadrukt dat alleen de Russen of het Syrische regime achter de aanval kunnen zitten. "In elk geval houden we de Russische regering verantwoordelijk voor luchtaanvallen in deze regio", zegt hij.

"Dit is duidelijk een enorme humanitaire tragedie, die moet worden veroordeeld", aldus Rhodes. "Het is een schandalige actie." Op de vraag over welke impact de raid zal hebben op het huidige diplomatieke proces, antwoordde hij dat de aanval "ernstige vragen" oproept, maar hij weigert "de deur te sluiten" voor verdere onderhandelingen.

Rusland ontkent

Bij de luchtaanval kwamen een twintigtal mensen om het leven, onder wie een verantwoordelijke van de Rode Halvemaan. Volgens een Amerikaanse verantwoordelijke die anoniem wenst te blijven, waren er op het moment van het bombardement twee Russische bommenwerpers van het type SU-24 in de buurt van het dorp Orum al-Kubra.

Moskou en Damascus ontkennen betrokken te zijn bij het bombardement. Een Russische generaal trekt zelfs in twijfel of er wel degelijk een luchtaanval plaatsvond. Het Kremlin kondigde aan dat Rusland een onderzoek gestart is naar de gebeurtenissen in de buurt van Aleppo nadat het einde van het bestand was aangekondigd door het Syrische regime.

Aanvankelijk zei een woordvoerder van het Kremlin dat alles erop wees dat het konvooi niet was beschoten. "We hebben zorgvuldig de videobeelden bekeken van de plek en hebben geen aanwijzingen gevonden dat het konvooi door enige munitie is geraakt", zei een woordvoerder. "Alles wijst erop dat het transport vuur heeft gevat en dat dit gek genoeg tegelijk gebeurde met een grote aanval van militanten op Aleppo."

Later kwam het Russische ministerie van Defensie met een andere uitleg, die wijst in de richting van rebellen: op dronebeelden zou te zien dat het konvooi gevolgd werd door een pickuptruck die een mortier voorttrekt. Die truck zou verdwenen zijn voor het konvooi bij het centrum van de Rode Halvemaan aankwam. "Het is de vraag waar deze mortier naartoe verdwenen is", zegt een Russische defensiewoordvoerder aan het staatspersbureau TASS.

Meest gelezen