Coalitie die IS bestrijdt erkent nieuwe burgerslachtoffers

De internationale coalitie tegen terreurgroep IS erkende dat er de afgelopen maanden opnieuw burgerslachtoffers zijn gevallen bij de bombardementen op Syrië en Irak. Daarmee vielen er sinds de start van de strijd van de coalitie tegen IS in totaal 55 burgerdoden.

De coalitie, die onder leiding van de VS sinds augustus 2014 de terreurgroep bombardeert, geeft pas na lange onderzoeksprocedures toe dat er burgerslachtoffers zijn gevallen. Maar volgens sommigen ligt het werkelijke aantal vele malen hoger dan de coalitie toegeeft.

Volgens het Syrische Observatorium voor Mensenrechten (SOHR) waren de bombardementen van de coalitie al verantwoordelijk voor de dood van 600 burgers, waaronder 136 kinderen. De Londense ngo met een netwerk van bronnen in Syrië, zegt bijvoorbeeld dat bij een aanval van de coalitie donderdag in het noorden van Minbej, om de stad weer te heroveren, minstens 15 burgers gedood werden.

Airwars, een andere ngo uit Londen, zegt dat de anti-IS-coalitie in Syrië en Irak al meer dan 1.500 mensen doodde.

Centcom, het Amerikaanse militaire commando in het Midden-Oosten, bevestigde de nieuwe slachtoffers. De coalitie gaf toe dat er bij drie bombardementen op 5, 26 en 29 april in Irak 8 burgerdoden vielen. "Wij betreuren het onbedoelde verlies van levens en gewonden als gevolg van de bombardementen, en wij drukken ons medeleven uit aan alle betrokkenen", aldus het Amerikaanse militaire commando.

Dinsdag kondigde de coalitie ook een officieel onderzoek aan naar een bombardement van 19 juli op Minbej, waarbij volgens het SOHR 56 doden vielen.

Meest gelezen