Hooggerechtshof annuleert strenge Texaanse abortuswet
De strenge Texaanse regelgeving uit 2013 had ertoe geleid dat vele abortusklinieken hun deuren moesten sluiten en dat abortus na 20 weken zwangerschap werd verboden.
De wet creëert onredelijke belastingen voor vrouwen die een vruchtafdrijving willen laten uitvoeren, schreef rechter Stephen Breyer. Rechter Ruth Bader Ginsburg verklaarde dat de bepalingen ertoe kunnen leiden dat wanhopige vrouwen zich wenden tot illegale praktijken, wat een groot risico voor hun gezondheid inhoudt.
Volgens de omstreden Texaanse abortuswet moeten behandelende artsen de toelating van een ziekenhuis binnen een straal van 30 mijl krijgen. Bovendien moeten abortusklinieken aan strenge voorwaarden voldoen en over dezelfde apparatuur beschikken als een volwaardig ziekenhuis, ook als het bij de concrete behandeling vaak enkel gaat om het verstrekken van een noodpil (morning-afterpil).
De tegenstanders van de wet voerden aan dat het recht op abortus principieel door de Amerikaanse grondwet wordt beschermd, vandaar de klacht voor het Hooggerechtshof. Ze hekelen dat abortus volgens hen onder de nieuwe regelgeving voor meer dan vijf miljoen vrouwen op vruchtbare leeftijd nauwelijks nog mogelijk is.
Van de 42 abortusklinieken in Texas moesten er 20 hun deuren sluiten, omdat ze niet konden voldoen aan de strenge voorschriften. Andere klinieken riskeren hetzelde. De wet heeft er zelfs toe geleid dat verkrachte vrouwen geweigerd moesten worden. De Amerikaanse federale regering en erg veel artsen en medewerkers uit de gezondheidssector waren tegen de wet gekant.
Het thema abortus is in de VS erg verhit en wordt vaak onverzoenlijk bekritiseerd. In 1992 bekrachtigde het Supreme Court, dat de vrije beslissing over een vruchtafdrijving door artikel 14 van de Amerikaanse grondwet wordt beschermd. De beslissing van het Hooggerechtshof is ook buiten Texas van belang, omdat er ook in andere staten gelijkaardige beperkingen werden opgelegd.