Mosselen uit Oosterschelde bevatten mogelijk giftige stof

In sommige mosselen en oesters uit delen van de Oosterschelde is tetrodotoxine (TTX) gevonden, een zeer giftige stof. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NWVA) heeft de verkoop ervan verboden. Zeeuwse mosselen die wel verkocht worden, zijn getest en veilig om te eten.
BELGA/DESPLENTER

De NVWA heeft ook bepaald dat mosselen uit andere, nabijgelegen delen van de Oosterschelde moeten getest worden voor ze verkocht mogen worden. Het is niet bekend hoe lang de maatregelen zullen duren.

De NWVA adviseert mensen ook geen oesters of mosselen zelf te rapen in de Oosterschelde.

Het nieuws komt op een ongelegen moment, want volgende woensdag start het nieuwe mosselseizoen. Die geplande start gaat echter gewoon door, en de sector neemt maatregelen om er voor te zorgen dat er voldoende veilige mosselen voorhanden zijn voor de consumenten. 

Twee plaatsen

De NWVA heeft op twee plaatsen in de Oosterschelde mosselen en oesters gevonden die een gevaarlijke hoeveelheid TTX bevatten, in de zogenaamde noordelijke arm en het oostelijk deel van Oosterschelde.

Dat hebben wetenschappers van het Bureau Risicobeoordeling & Onderzoeksprogrammering vastgesteld.

Het is bekend dat schelpdieren in de Oosterschelde TTX kunnen bevatten. Daarom wordt er wekelijks getest op de aanwezigheid van de stof. In maart van dit jaar was er nog niets aan de hand met de Zeeuwse mosselen en oesters.

De mosselen die nu verkocht worden in de handel en in restaurants zijn veilig om te eten.

Koffervis

Tetrodotoxine is een zeer giftige stof, giftiger dan cyanide. Het is een neurotoxine, een stof die inwerkt op het zenuwstelsel. Van slechts 24 milligram TTX kan een mens al overlijden.

De naam is afgeleid van de vissen die het gif bij zich kunnen dragen, de Tetraodontiformes. De bekendste daarvan is de kogelvis, die zich opblaast als hij zich bedreigd voelt, en die in Japan een delicatesse is, ondanks het feit dat hij het gif in zich draagt. Ook de blauwgeringde inktvis draagt TTX in zich, evenals onder meer sommige padden en salamanders.

Het is niet duidelijk waar het gif in de schelpdieren vandaan komt. Ze maken het gif niet zelf aan, maar kunnen het uit het water filteren. Mogelijke bronnen van de TTX zijn bepaalde algen, sommige bacteriën, en een zeer giftige exotische snoerworm die onlangs ontdekt in de Oosterschelde en in de Nederlandse kustwateren. Zowel Vibrio's, bacteriën die het gif produceren, als de snoerwormen komen in de Oosterschelde voor, algen lijken minder waarschijnlijk als bron van de besmetting.

Meest gelezen