Dagboek uit Cuba: Before Obama vs after Obama

VRT-journalist André Vermeulen ziet in Cuba dat Raul Castro een meer pragmatische weg bewandelt, dat Cubanen voor hun eigen rekening mogen werken. Dat ze zelfs hun woning mogen verkopen (nochtans decennialang strikt verboden).

De nieuwste toeristenattractie in oud-Havana is een man met een act met gedresseerde hondjes. Hoofdvedette is een hondje dat vervaarlijk blaft en gromt als de man op gebiedende toon zegt "Before Obama". Daarna zegt hij "After Obama", en dan geeft het hondje braaf een pootje.

Amusement voor toerist en Cubaan, maar niet voor de oude leider Fidel Castro. Hij liet in z'n column in het partijdagblad Granma weten dat hij vindt dat Barack Obama "stroperige praat" heeft uitgekraamd bij z'n toespraak in het Gran Teatro. Dat Obama de spons over het verleden wil halen, kan er al helemaal niet in bij Fidel: zomaar de spons over al meer dan een een halve eeuw embargo, iets wat Cuba vele honderden miljarden euro heeft gekost, en de Cubanen nog altijd zwaar raakt in hun dagelijkse leven. Dat kan toch niet, vindt Fidel, en de meeste Cubanen zijn het daar vast mee eens.

Fidel vs Raul

Broer-president Raul Castro ongetwijfeld ook. Maar hij bewandelt een meer pragmatische weg. Dat Obama hier was terwijl Fidel het daar moeilijk mee heeft, is toch ook een flink teken dat de mening van Fidel nog wel opgetekend en verspreid wordt, maar dat hij niet meer diegene is die "achter de schermen aan de touwtjes trekt", zoals na de machtswissel vaak werd beweerd.

Fidel is altijd meer de ideoloog geweest, terwijl Raul toen hij uit de schaduw van z'n broer stapte, de economie scherper in de gaten ging houden en geregeld aangaf dat niet alleen het embargo maakt dat veel verkeerd gaat in Cuba. "Cuba is het enige land waar twee plus twee drie is en niet vier", zei hij in een toespraak over ambitieuze economische plannen die nooit gerealiseerd worden. Raul heeft het ook over "meer werken" en "kansen grijpen".

Huizenmarkt in Havana

Dat mensen een eigen zaak mogen opzetten, en voor eigen rekening werken, is één van de verdiensten van Raul. Net als het invoeren van de mogelijkheid om je woning te verkopen. Dat was decennialang strikt verboden. Wie na de revolutie in een huis of appartement woonde, betaalde jarenlang een symbolisch huurbedrag aan de staat. En op een bepaald ogenblik kregen de bewoners zelfs eigendomspapieren.

Ook de bejaarde vrouw in het "prachtig vervallen" huis op de hoek van de straat waar we hier in Havana logeren (in de wijk Vedado). In 1959 was ze in dienst van rijke mensen die daar woonden en besloten om naar Miami te trekken. "Tot gauw" klonk het bij het afscheid. Maar intussen zijn we 57 jaar later...

Wie te boek staat als eigenaar van een woning, kan die nu ook (proberen te) verkopen. Elke zaterdag is er huizenmarkt in open lucht "op Prado". Daar lopen mensen met borden om de hals, of met flyers in hand, om hun huis of appartement te verkopen, of te ruilen (dat was al langer toegestaan: de dame bij wie we logeren heeft destijds haar huis en dat van haar vader samen geruild voor het grotere, luchtige huis waar ze nu woont en kamers verhuurt).

Mensen kopen/verkopen/ruilen woningen omdat ze dichter bij hun werk of in een betere buurt willen wonen. Maar soms gaan ze bewust in een mindere buurt wonen, omdat ze voor hun huis in bijvoorbeeld oud-Havana héél veel geld te krijgen. Tot 500.000 euro, zegt een vertegenwoordiger van een geïmproviseerd vastgoedkantoor.

Misschien is het bedrag verzonnen, maar toch even rekenen: het gemiddeld maandloon is 25 à 30 euro, laten we 30 rekenen. Dat zijn dus bijna 17.000 Cubaanse maandlonen, of waar een Cubaan meer dan 1.400 jaar voor moet werken. Het zijn dus niet de-in-Cuba-wonende Cubanen die de duurste huizen en appartementen kopen. Cubanen uit Miami zouden wel erg geïnteresseerd zijn, al dan niet via familie in Havana.

Ik wil met je trouwen

Buitenlanders kunnen geen eigendom kopen in Cuba. "Tenzij u erin slaagt om het statuut van permanente resident in Cuba te veroveren" zegt een verkoper me. "Staat de camera af", vraagt een vrouw die een huis verkoopt met een mangoboom bij. "Ja", zeg ik. "U kan ook met mij trouwen en het huis dan op mijn naam zetten", zegt ze. "En maak u geen zorgen hé, ik ben niet verliefd op u".

Verliefd of niet: meer dan één buitenlander die op deze manier trouwde en een huis op naam zette van z'n vrouw, stond op een dag voor een gesloten deur en verloor al z'n geïnvesteerde geld.

Meest gelezen