Rutte: Informatie FBI voor Nederland over broers El Barkaoui kwam van België

"Op die 16e maart meldt de FBI ons wat zij weten van de Belgen, vandaar dat we dat ook niet hebben gedeeld met de Belgen", zo zei Rutte in het parlement. "Het gaat over deze twee personen, de dag daarop of twee dagen later - 15 maart, 17 maart - is er regulier overleg in België, waarbij ook gesproken wordt over allerlei zaken, en waarbij ook deze twee figuren weer aan snee komen, maar de Belgen hebben zelf deze informatie blijkbaar gedeeld met de FBI, want de FBI meldt ons dat de Belgen deze mensen op de wanted list hebben gezet."

Onze regering had eerder al ontkend dat er informatie over een terreurdreiging was gekomen uit Nederland. Ibrahim El Bakraoui, een van de twee broers, was in juli vorig jaar door Turkije op een vliegtuig naar Schiphol gezet. Er was een begeleidende Turkse mail aan de Nederlandse ambassade, maar daarin stond niets over terrorisme.

In het debat vanavond in de Nederlandse Tweede Kamer over de aanslagen in Brussel zei premier Rutte ook dat Nederland geen fouten gemaakt gemaakt in de zaak rond Ibrahim El Bakraoui. Wel moeten er dingen beter, onder meer met de Turkse autoriteiten.

"Op zichzelf valt Nederland niets te verwijten. Maar we moeten zaken aanscherpen, bijvoorbeeld in onze communicatie met Turkije", zei Rutte. Uit het contact met de Turken bleek bijvoorbeeld niet dat zij El Bakraoui als een mogelijke terrorist zagen.

In de strijd tegen terreur moeten ook de inlichtingen- en veiligheidsdiensten in de lidstaten van de Europese Unie beter met elkaar gaan samenwerken, zei de premier. De afgelopen tijd zijn er veel belangrijke stappen vooruit gezet, maar het kan beter.

De Tweede Kamer heeft vandaag gedebatteerd over het antiterreurbeleid van de Nederlandse autoriteiten naar aanleiding van de aanslagen in Brussel en het feit dat Ibrahim El Bakraoui ongemerkt via Schiphol naar België kon terugkeren, nadat hij door Turkije uit het land was gezet.

In antwoord op de vragen die hem hierover gesteld werden in het parlement zei minister van Justitie Ard van der Steur dat de werkwijze in de ambassade in Turkije aangescherpt zal worden, maar dat dit niets aan de feiten die vorige week aan het licht kwamen, veranderd zou hebben.

Van der Steur wil betere afspraken maken met de Turkse autoriteiten over de procedure bij iedere uitzetting vanuit Turkije naar Nederland. In het geval van El Bakraoui ontving de Nederlandse ambassade in Ankara een mail van de Turken met als onderwerp "reisprogramma". De mail is die dag niet opgevallen. Pas toen het bericht geopend werd, kon men zien dat het om een dringend bericht ging.

Hij benadrukt dat normaal een bericht over het terugsturen van personen een andere route volgt. Volgens hem is op geen enkele andere manier aan Nederland te kennen gegeven dat de uitzetting van een potentieel gevaarlijk individu ophanden was.