Tsunamitoerisme in Japan

Vrijdag is het precies 5 jaar geleden dat Japan getroffen werd door de zwaarste aardbeving ooit. 20.000 Japanners kwamen hierdoor om het leven, vooral door de verwoestende tsunami die er meteen op volgde. Tom Van de Weghe bracht destijds verslag uit vanuit het rampgebied, nu is hij er terug.

"Ik hield van die zee, maar nu wil ik ze eigenlijk niet meer zien." Dat waren de laatste woorden van Tatsuya Kano voor onze camera vijf jaar geleden. Hij was brandweerman in Rikuzentakata, een kustgemeente met 23.000 inwoners. Dat hij de zee is beginnen te haten, hoeft niet te verwonderen. Tatsuya verloor op 11 maart 2011 zijn beide ouders door de vloedgolf. Zelf wist hij zijn gezin maar net op tijd te redden. En om het nog erger te maken: maar liefst 27 van zijn brandweercollega's zijn die dag om het leven gekomen tijdens reddingswerken.

Tatsuya is ook de reden waarom ik terugkeer naar Rikuzentakata. Ik wil weten hoe hij het vandaag maakt. Of hij de zee nog altijd haat. Of zijn ouders ooit zijn teruggevonden. Hoe de plek er bovenop is geraakt, ooit befaamd om zijn prachtige stranden en eeuwenoude naaldbomen langs de kustlijn.

Want internationaal is alle aandacht de voorbije vijf jaar vooral naar de ellende rond de kerncentrale van Fukushima gegaan. Officieel is door die kernramp nog geen enkele dode te betreuren. Maar de tsunami decimeerde op veel plaatsen in het noordoosten van Japan de bevolking. In Rikuzentakata alleen al kwam 1 op de 10 inwoners om het leven.

Een nieuwe tsunamimuur

Wanneer we de gemeente binnenrijden, is het bijna donker. Er lijkt op het eerste gezicht weinig veranderd. Het blijft dezelfde gapende lege vlakte van weleer, overgeleverd aan de natuurelementen. De tsunami had er amper iets overeind gelaten. De houten huisjes waren een makkelijke prooi voor de gigantische golven van tientallen meters hoog. Ze werden diep landinwaarts meegesleurd. Ik herinner me nog hoe reddingswerkers dagenlang op zoek waren naar overlevenden door met witte stokken te prikken in het puin. Ik herinner me ook de vleugelpiano die erboven uitstak tussen de zee van brokstukken. Een absurd beeld.

Het is wat zoeken naar ons hotel, dat nog niet lang geleden geopend werd. Vroeger stond het vlak bij het water, maar het werd zo goed als volledig verwoest. De opvolger werd hogerop gebouwd, op een bergflank. Binnen ruikt alles nog nieuw. "Wie komt hier allemaal logeren", vraag ik via mijn tolk aan de receptionist. "Wij leven vandaag vooral van het personeel dat bezig is met de wederopbouw van ons dorp," legt hij uit. "En van de tsunamitoeristen."

's Anderendaags word ik gewekt door het geluid van kranen en bulldozers. Ik trek het gordijn open. Geen zicht op zee, wel op een enorme bouwwerf. Vrachtwagens rijden af en aan met zand. Het hele gebied wordt duidelijk opgehoogd. In de verte zie ik dat er ook een nieuwe tsunamimuur wordt opgetrokken, een constructie die me doet denken aan de stormvloedkering op de Oosterschelde in Zeeland. De oude tsunamimuur was 6 meter hoog, deze lijkt wel dubbel zo hoog.

Supermarkt is een halve piramide

Het gemeentehuis van Rikuzentakata huist nog altijd in dezelfde noodbarakken van toen. Ik heb een afspraak met Kouichirou Oikawa, de communicatieambtenaar met het hippe kapsel. Na wat aandringen is hij bereid om met ons mee te gaan op het terrein zelf. We nemen de lift naar de twaalfde verdieping van een nieuw appartementencomplex dat gebouwd werd voor de dakloze inwoners. Daar krijgen we een indrukwekkend uitzicht.

"Het terrein wordt klaargemaakt voor de terugkeer van 4.300 mensen. We verhogen de grond met tien meter zand dat we hebben afgegraven van de bergen", legt meneer Oikawa uit. "De nieuwe tsunamimuur wordt 12,5 meter hoog en strekt zich uit over een lengte van 2 kilometer. Dat moet ons beter beschermen." Niet zonder enige trots voegt hij er ook aan toe dat er ook een enorm shoppingcenter komt. Het hele project moet klaar zijn tegen 2020 en zal zowat een half miljard euro kosten.

Maar is het wel verstandig om op diezelfde plek alles weer op te bouwen? Meneer Oikawa aarzelt wat bij die vraag. "Zo'n tsunami die we vijf jaar geleden hebben meegemaakt, is zeldzaam natuurlijk. Het gebeurt misschien maar 1 keer om de honderd jaar. We denken dat we met de ophoging van het terrein en de nieuwe tsunamimuur onze inwoners afdoende bescherming zullen bieden. Een dubbele bescherming."

We lopen nog even naar een opmerkelijk gebouw dichter bij het water dat de tsunami half overleefde. Een voormalige supermarkt die lijkt op een halve piramide. Er hangt een bordje dat het waterpeil weergeeft van vlak na de tsunami. 14,5 meter. Daar net boven zie ik een afbeelding met een gigantische vloedgolf, een afbeelding die dateert uit 1995. Profetisch als het ware. "Dit gebouw willen we laten staan", aldus meneer Oikawa. "Om de mensen te herinneren aan de verwoestende kracht van de tsunami."

Mirakelboom is bedevaartsoord geworden

Net voor we weer vertrekken uit Rikuzentakata houden we nog even halt bij de Mirakelboom. Die had de tsunami overleefd, als enige van de 70.000 naaldbomen langs de kustlijn. De Mirakelboom groeide uit tot een symbool van hoop en wederopstanding, tot ver buiten Japan. Maar door het zeewater had de boom het in 2012 uiteindelijk toch begeven. Meteen werd er een nationale solidariteitsactie op het getouw gezet om de boom te redden. Met het ingezamelde geld werd de boom omgehakt en behandeld met kunsthars.

Vandaag is het dus eigenlijk een gigantische kunstboom die er staat. Maar dat houdt de vele toeristen niet tegen om hiervoor speciaal naar het noordoosten van Japan af te zakken. Een groepje universiteitsstudenten uit Tokio loopt volgzaam achter een gids. Net onder de boom vouwen ze hun handen en beginnen ze te bidden. Het lijkt wel een bedevaartsoord. "Vroeger kwam ik met mijn ouders naar hier om te kamperen, zo prachtig was het hier", geeft Matsuda Nao toe. "Deze plek ontroert me enorm, het is een belangrijk symbool voor heel Japan."

En daar lijkt Rikuzentakata op te hopen, op de vele tsunamitoeristen die in de toekomst naar hier zullen komen. De eerste toeristenwinkeltjes duiken op langs de net aangelegde wegen, tijdelijk behuisd in containers. Mirakelboomboeken, Mirakelboommagneten, Mirakelboommutsen, Mirakelboomkoekjes. Je kan het zo gek niet bedenken of je vindt het hier. Er lijkt een heuse tsunami-industrie te ontstaan die leeft van het tsunamitoerisme. Want het klopt nog steeds: de ene zijn dood is de andere zijn brood.

Meest gelezen