De micropenis van Adolf Hitler: feit of fictie?

"Hitler's last day: minute by minute." Dat is de titel van het boek over Adolf Hitler van de hand van historici Jonathan Mayo en Emma Craigie dat vorig jaar is verschenen. Eén opvallende passage in het werk is recent door media wereldwijd gretig opgepikt: de nazidictator zou een micropenis hebben gehad.

Concreet werpen Mayo en Craigie twee genitale afwijkingen op die Hitler zou hebben gehad: een niet-ingedaalde teelbal en een aandoening die hypospadie heet. Daarbij mondt de plasbuis niet uit aan de top van de penis, maar wel aan de onderkant van de eikel, ergens halverwege de penis of zelfs onder aan de basis.

In sommige gevallen hangt de penis voor een stuk vast aan de onderbuik, waardoor hij kleiner kan lijken. Sommigen leiden hieruit meteen af dat Hitler een micropenis had.

De auteurs zelf manen tot voorzichtigheid aan. In een interview met The Independent zegt Craigie dat de conclusie dat de dictator ook een micropenis had omdat hij mogelijk hypospadie had, overhaast is. Ze zegt dat ze geen enkel bewijs heeft dat aantoont dat hij meer dan "gewone" hypospadie had.

Hitlers lijfarts Theodor Morell zou een van de weinige mensen zijn geweest die op de hoogte waren van zijn genitale afwijking. Morell zou hem allerlei hormonen, amfetamines en zelfs cocaïne hebben voorgeschreven om zijn libido te verhogen.