Zes stichtende leden EU willen meer integratie
"We zijn bezorgd over de staat van het Europese project", luidde het in een gemeenschappelijke verklaring van de ministers van Buitenlandse Zaken van België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg en Nederland. De zes stichtende EU-landen menen dat het een kritiek moment is voor Europa en dat het eigenbelang moet worden opzijgezet om gemeenschappelijke problemen zoals immigratie of terrorisme aan te pakken. De zes geloven dat meer samenwerking en integratie "het beste antwoord" is op de uitdagingen van vandaag.
De verklaring staat open voor alle 28 landen, maar tegelijk is men realistisch. In heel wat landen van de EU is er geen enthousiasme voor meer Europa. Vandaar dat de zes landen vinden dat het mogelijk moet zijn om "verschillende wegen van integratie" toe te staan.
In het verleden werd altijd sceptisch gereageerd op een Europa met twee snelheden, hoewel dat in de realiteit al een feit is met bijvoorbeeld de eurozone of de Schengenzone. Maar voor de zes stichtende leden moet dit taboe nu definitief sneuvelen. "Een meer geïntegreerd Europa zal een Europa met meer verschillen zijn. Het is een illusie te denken dat 28 landen allemaal even snel gaan en hetzelfde doen op hetzelfde moment", aldus de Italiaanse minister van Europese Zaken, Sandro Gozi. De veranderingen zijn bovendien nodig om te vermijden dat de Europese Unie zou verdwijnen. In heel wat landen hebben populistische en anti-Europese partijen alsmaar meer succes. "We moeten dus vooruit en snel".
Volgend jaar viert de Europese Unie, ontstaan met het "Verdrag van Rome", zijn zestigste verjaardag en dus is het een geschikt moment om na te denken over de toekomst. Tegelijk worden er zowel in Frankrijk als Duitsland nationale verkiezingen gehouden.
Het debat wordt verder gevoerd "eind april, begin mei" in Brussel, bevestigde minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders.