Stichtende landen ongerust over het Europese project

De zes stichtende landen van de Europese Gemeenschap roepen de andere lidstaten op om hun eigen belangen opzij te zetten en zich onder de Europese gedachte te scharen. Dat hebben de zes ministers van Buitenlandse Zaken in Rome gezegd.

"We zijn bezorgd over de toestand van het Europese project. Het zijn kritieke ogenblikken met veel uitdagingen. Het is op dit moment dat wij als stichtende landen een oproep doen", zo klinkt het in de verklaring die de "Zes" in Rome hebben uitgegeven.

Het waren de Verdragen van Rome waardoor de Europese Economische Gemeenschap (EEG) in 1957 werd opgericht door België, Nederland, Luxemburg, de Duitse Bondsrepubliek, Frankrijk en Italië. 

De oproep van de zes pioniers achter de Europese integratie klinkt als een noodkreet, want het Europese project lijkt te wankelen. De vluchtelingencrisis leidt tot een "ieder voor zich"-aanpak waarbij steeds meer landen controles aan de binnengrenzen instellen en ook muren en hekken worden gebouwd. Daardoor staat de Schengenzone met vrij verkeer van personen onder druk.

Tegelijk doet de financiële crisis in landen als Griekenland, maar nu ook opnieuw Portugal, Spanje en Italië, twijfels rijzen over de stabiliteit van de eurozone.

Ten slotte is er nog altijd de mogelijkheid van een "brexit" of vertrek van Groot-Brittannië uit de Europese Unie (de opvolger van de EG) als dat land onvoldoende aanpassingen van de regels krijgt en een eurosceptische meerderheid zich in een referendum zou uitspreken tegen de EU. 

Wat er concreet is afgesproken op de top in Rome, is nog niet duidelijk. Voor ons land was minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders aanwezig. Volgende week is er een officiële top van de 28 lidstaten. Mogelijk zal daar op zijn minst meer duidelijkheid komen over de relaties tussen de EU en Groot-Brittannië.

De geboorte van een nieuw Europa

Op 25 maart 1957 ondertekenden de leiders van de zes landen de Verdragen van Rome. Die landen vormden sinds 1952 de EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal), maar breidden dat nu uit met een douane-unie voor de industrie en de landbouw (in de EEG) en Euratom, een organisatie voor samenwerking inzake kernenergie.

Tien jaar later was die douane-unie een succes en al gauw breidde de Europese Gemeenschap zich uit met landen als Groot-Brittannië, Ierland en Denemarken. Na de democratisering kwamen daar later de landen in Zuid- en later Oost-Europa bij. Het Verdrag van Maastricht uit 1992 bouwde een heuse Europese Unie uit met nieuwe bevoegdheden zoals binnen- en buitenlandse zaken, defensie, justitie, asiel en migratie en ten slotte ook de monetaire unie rond de euro.

De besluitvormingsprocedures werden echter niet even snel aangepast als de geografische uitbreiding en al snel bleken er verschillende meningen te zijn over hoe ver de integratie moest gaan. De EU lijkt ook niet erg besluitvaardig in tijden van crisis. Toch heeft de Unie haar succes gehad als brenger van vrede, welvaart en stabiliteit op het continent, maar de voorbije jaren is het eurosceptisme steeds groter geworden.

Meest gelezen