Een Chinees "apenjaar" is begonnen

In grote delen van het Verre Oosten en overal waar er Chinese minderheden zijn, wordt vandaag en morgen het Lentefestival, ook bekend als Chinees Nieuwjaar, gevierd. Het nieuwe jaar staat in het teken van de aap, één van de twaalf dieren van de Chinese dierenriem.

Volgens de Chinese maankalender begint de eerste dag van de eerste maand vannacht en is het dan het 4713e jaar na de troonsbestijging van de eerste en legendarische Gele Keizer. Dat is dan lineair, want volgens de cyclische berekening begint nu het Jaar van de Aap, één van de twaalf tekens van de Chinese dierenriem.

We maken het nog een beetje complexer, want elk van die dieren wordt dan nog eens in verband gebracht met de vijf elementen van de Chinese ying-yang: metaal, water, hout, vuur en aarde. Nu gaat het om het Jaar van de Rode Aap of de Vuuraap.

Iemand die in dat jaar geboren wordt, wordt beschouwd als dynamisch, vol initiatief, sluw, maar ook onvoorspelbaar en vaak irritant en arrogant. Alles is dus klaar voor een onvoorspelbaar en mogelijk woelig jaar, maar dat moet nog blijken.

Het Lentefestival is meer dan een zaak van Chinezen alleen. Het wordt ook gevierd door andere volkeren die ten minste ten dele Chinese invloed ondergaan hebben in Japan, Korea, Mongolië, Tibet en Vietnam.

Sun Wukong, de Apenkoning

De grilligheid van de aap komt goed tot uiting in "De reis naar het Westen", één van de vier klassieke werken van de Chinese literatuur. Dat verhaal is in de 16e eeuw te boek gesteld door Wu Cheng-en, maar gaat wellicht terug op een veel ouder verhaal.

Hoofdfiguur is de aap Sun Wukong (soms bekend als de Apenkoning), die dankzij taoïstische praktijken magische krachten verkregen had, maar uit arrogantie daarna slaags raakte met de hemel en tenslotte door de Boeddha 500 jaar onder een berg werd opgesloten.

Op voorspraak van Guanyin, de godin van mededogen, werd Sun Wukong vrijgelaten en werd hij de begeleider van de boeddhistische monnik Xuan Zang tijdens diens reis naar het westen. Die laatste figuur is wel degelijk historisch, want Xuan Zang (602-664 na Christus) is een erg gedocumenteerde Chinese geestelijke die in de 7e eeuw via de Zijderoute naar Afghanistan en India reisde, daar boeddhistische heiligdommen bezocht en tenslotte met een schat aan literatuur terugkeerde naar China, waarna hij jarenlang die werken vertaalde en zo het boeddhisme is China stevig verankerde.

In het mythische verhaal beleven Sun Wukong en Xuan Zang samen met een door seks en voedsel geobsedeerd varken en enkele demonen tal van avonturen en moeilijkheden die ze telkens overwinnen. Het verhaal staat vol met komische voorvallen, is erg onderhoudend en is tegelijk een allegorie op de zoektocht naar verlichting. Bij hun terugkeer worden Sun Wukong en Xuan Zang ook een "boeddha" en ook hun wispelturige gezellen worden beloond voor hun trouw en inspanning.

Meest gelezen