Argentinië doet bod van 6,5 miljard dollar aan schuldeisers

De Argentijnse regering heeft aan de buitenlandse schuldeisers van het land, waaronder een hefboomfonds in New York, een formeel bod voorgelegd van 6,5 miljard dollar, of 75 procent van de uitstaande schuld. Met het bod hoopt het land een einde te maken aan een dispuut dat al jaren aansleept.
De schuldeisers worden door sommigen "buitres" genoemd, Spaans voor "gieren".

De zaak heeft zijn oorsprong in het faillissement van Argentinië in 2001. Toen kon het land zijn schulden van 95 miljard dollar niet meer terugbetalen. Na enkele jaren werd een schikking getroffen met de meeste buitenlandse schuldeisers, waarbij een groot deel van de schulden werd kwijtgescholden.

Een klein deel van de schuldeisers, goed voor zo'n 9 miljard dollar, weigerde echter akkoord te gaan met die schikking. Argentinië heeft altijd geweigerd om met hen te onderhandelen, omdat het vreesde dat dit tot nog meer claims van andere obligatiehouders zou leiden. Op die manier zou het land weer aan de rand van de afgrond komen.

Maar de zaak maakte het voor Argentinië erg moeilijk om geld te lenen op de kapitaalmarkten. De regering in Buenos Aires, onder leiding van de pas verkozen president Mauricio Macri, komt nu dus met een voorstel over de brug, dat door bemiddelaar Daniel Pollack als "een historische doorbraak" wordt bestempeld.

Het voorstel moet wel nog worden goedgekeurd door het Argentijnse parlement, door de schuldeisers én door de rechter.

Meest gelezen