Puigdemont stuurt zijn nationalistische ambitie wat bij
De Catalaanse soep wordt niet zo heet gegeten als ze is opgediend. "Staan we sterk genoeg om met dit parlement de onafhankelijkheid van Catalonië uit te roepen? Nog niet", geeft Puigdemont toe tegenover TV3. Nadat hij afgelopen weekend tot nieuwe minister-president was benoemd, had Puigdemont nog gezegd dat hij het proces voor de onafhankelijkheid van de Spaanse deelstaat zou heropstarten.
Vandaag zegt hij dat de Catalaanse kiezer hem een mandaat heeft gegeven om door te gaan met de onafhankelijkheidscampagne, maar dat er nu een overgangsfase aanbreekt. Hoewel het separatistische kartel Junts per Sí van Puigdemont het meeste zetels in het regionale parlement heeft, geven opiniepeilingen aan dat een meerderheid van de 7,5 miljoen Catalanen gewonnen is voor meer autonomie, binnen de Spaanse staat.
Nu zegt Puigdemont dat een Catalaanse republiek maar mogelijk is nadat het volk een nieuwe grondwet heeft goedgekeurd in een referendum. Ook aan de eerder genoemde termijn van 18 maanden voor onafhankelijkheid houdt hij niet langer vast.
Politieke crisis in Madrid
Het hernieuwde Catalaanse onafhankelijkheidsstreven speelt zich af tegen een achtergrond van politieke crisis op nationaal Spaans niveau. Daar probeert ontslagnemend premier Mariano Rajoy een nieuwe regering te vormen, maar dat sleept aan omdat zijn rechtse Partido Popular een coalitiepartner nodig heeft om aan de macht te blijven in Madrid.
Of de Catalaanse nationalisten veel bondgenoten zullen vinden in Madrid, is zeer de vraag. De Partido Popular is radicaal tegen een onafhankelijk Catalonië. Ook de socialistische PSOE en het liberale Ciudadanos zijn tegen een referendum over onafhankelijkheid. Alleen het extreemlinkse Podemos heeft te kennen gegeven niet tegen zo'n referendum te zijn, maar de kans lijkt klein dat Podemos deel zal uitmaken van een nieuwe Spaanse regering.