Syrische bom onder het fundament van Turkije

Het gaat erg slecht met Syrië, maar ook buurland Turkije wordt alsmaar meer meegesleurd in de neerwaartse spiraal. De crisis legt ook de interne zwakheden van de Turkse republiek opnieuw bloot, die nu zowat met iedereen overhoop ligt, inclusief de Koerden en Rusland.
AP2013

Het is een woelig jaar geweest voor de Turkse president Tayyip Erdogan. In de lente verloor zijn islamistische AK-partij voor het eerst sinds 2002 haar absolute meerderheid in het parlement. Bij nieuwe verkiezingen later dit jaar, kon de AKP wel opnieuw domineren, maar toch zit de mot erin.

Binnenlands blijft de alsmaar meer autoritaire manier van optreden van Erdogan op steeds meer verzet stuiten en een nieuwe revolte op het Taksimplein kan elk ogenblik opnieuw losbarsten. De regering slaat terug met juridische vervolging van dissidenten, het muilkorven van de pers en soms ronduit oproepen tot geweld tegen leden van de oppositie en dan vooral de pro-Koerdische partij HDP.

Dit jaar zijn er ook bloedige bomaanslagen geweest in het land, waarvan vermoed wordt dat die het werk waren van de terreurgroep IS uit Syrië. Erdogan slaat terug met bombardementen en militaire interventies in Iraaks-Koerdistan, maar die viseren vooral de Turks-Koerdische PKK-rebellen en Syrisch-Koerdische milities, veel meer dan IS.

Republiek davert op haar grondvesten

De Koerdische kwestie blijft de achilleshiel van het land en blijft er iedereen aan herinneren dat dat geen uniform land is met enkel islamitische inwoners van Turkse afkomst, zoals de nationalistische propaganda decennialang wou doen geloven. 

Dat "Turkije" is immers een recente creatie van het begin van de 20e eeuw en was deels het gevolg van genocides en etnische zuivering tegen de grote Armeense, Koerdische, Assyrische en Griekse minderheden die naast de Turken zelf van oudsher Anatolië of Klein-Azië bevolkten, ook toen dat onder bestuur van de Turkse Seldjoeken of Ottomanen stond. Die "zuiveringen" maakten in de jaren 20 de oprichting van de republiek Turkije onder Atatürk mogelijk, die daarop erkend werd in internationale verdragen.

De Koerdische minderheid -tot 1991 "Bergturken" genoemd- omvat 20 tot 30% van de bevolking en is te groot om te negeren. Onder Erdogan was er een begin van erkenning van de Koerden, maar dit jaar is dat teruggeschroefd en deze zomer is het bestand dat er sinds 2013 was met de Koerdische afscheidingsbeweging PKK afgeschoten en het conflict is nu opnieuw in alle hevigheid ontploft.

Ankara vreest -terecht overigens- de consequenties daarvan. In Irak en Syrië zijn de lokale Koerdische troepen overigens de enigen die echt in staat bleken om het op te nemen tegen de terroristen van IS. Iraaks-Koerdistan heeft een zo verregaande autonomie dat die de facto onafhankelijkheid betekent. De Syrisch-Koerdische YPG breidt de steeds uitbreidende gebieden onder zijn controle uit tot een "Rojave" of Koerdistan in wording. Met zijn confrontatiepolitiek heeft Erdogan nu ook in eigen land opnieuw de lont in het Koerdische kruitvat gestoken.

Inmenging in Syrië als een boemerang

Turkije staat opnieuw op een kruispunt. Nadat de toetreding tot de Europese Unie was afgeblokt, richtte Turkije zich eerst op de "broedervolken" uit de voormalige Sovjet-Unie in Centraal-Azië, maar onder Erdogan trok Ankara voluit de kaart van de soennitische islam en recent van het volksprotest in de Arabische wereld.

Dat leek een schitterend argument om de Turkse invloed in de Arabische wereld, weggevallen na de Eerste Wereldoorlog, opnieuw sterker te maken. Het falen van de Arabische Lente sleurde Turkije echter mee in het Syrische moeras, waar Erdogan logistiek en financieel de kaart van de anti-Assad-rebellen trok. De gevolgen kennen we: de opmars van IS en bomaanslagen over de grens, honderdduizenden vluchtelingen in Turkije en nu -top of the bill- een hevig conflict met Rusland.

Net op het ogenblik dat Erdogan de almachtige Duitse bondskanselier Angela Merkel tot steun voor EU-lidmaatschap kon bewegen in ruil voor het stremmen van de vluchtelingenstroom, overspeelde de Turkse president zijn hand. Rusland begon met bombardementen in Syrië en het neerschieten van een Russische gevechtsvliegtuig leidde tot een zware Turks-Russische crisis.

Die kan Turkije erg zuur opbreken en komt erg ongelegen voor beide autoritaire leiders, Erdogan en Vladimir Poetin, die het tot voor kort nochtans vrij goed met elkaar konden vinden. Beide landen zijn belangrijke handelspartners en Russische sancties treffen de Turkse economie hard. Beide landen sloten zich het voorbije decennium aan bij de snel groeiende economieën, maar zitten nu allebei -ook al voor de sancties- in een recessie. En toeval of niet: de Turken pikten de voorbije 13 jaar erg veel van Erdogan, ten minste zolang de economie het goed deed. Niet langer dus.

Vijf eeuwen Turks-Russische vijandschap

De relaties tussen het Turkse en het Russische rijk gaan meer dan vijf eeuwen terug. Toen begonnen beide grootmachten in wording om een machtsstrijd om de Zwarte Zee, de Balkan en de Kaukasus. Rusland was daarbij meestal aan de winnende hand, zeker nadat tsarina Catharina II eind de 18e eeuw het Mongoolse Krim Khanaat, een vazalstaat van de Ottomanen, aangehecht had.

Sindsdien probeerde Rusland steeds om vat te krijgen op de Bosporus en de Dardanellen, de nauwe zeestraten tussen de Zwarte Zee en de Middellandse Zee. Dat is tot nu toe niet gelukt, vooral dan omdat de westerse machten dat koste wat kost wilden voorkomen, onder meer in de Krimoorlog van 1853-1856 en de Turks-Russische Oorlog van 1877-1878.

In de jaren 40 dreef de agressieve politiek van de Sovjet-Unie het neutrale Turkije van Atatürk richting Westen, via de Truman Doctrine van 1947 tot de beschermende mantel van de NAVO in 1952.

Russische schepen mogen in vredestijd door de Turkse Bosporus varen en Moskou geniet beperkte marinefaciliteiten in Syrië. Net dat laatste zette Poetin ertoe aan het wankelende regime van Bashar al-Assad militair te hulp te komen, wat indirect tot de nieuwe crisis met Turkije leidde.

Wat daarbij opvalt, is dat de NAVO en de VS erg voorzichtig zijn in de crisis tussen bondgenoot Turkije en Rusland. We evolueren nu eenmaal naar een "Grand Alliance" tegen de terreurgroepen zoals IS en noch VS-president Obama noch Poetin lijken van plan om dat te laten opblazen door Turkije, dat op zijn zachtst een erg dubieuze houding tegenover IS heeft. Dat laat Erdogan achter in een erg vervelende situatie, intern en extern, en hoeveel schade hij zijn land op termijn zal berokkenen, zal later blijken.

 

Meest gelezen