Zeges voor Klitsjko en Filatov bij verkiezingen Oekraïne
De 44-jarige Klitsjko, hoofd van de partij Solidarist (een fusie van Klitsjko's Oedar en het presidentiële Blok Porosjenko) behaalde 65 tot 71 procent van de stemmen. Zijn opponent, ultranationalist Borislav Bereza van de extreemrechtse Pravij Sektor, moest het met ongeveer 30 procent stellen. Klitsjko was in mei 2014, twee maanden na de staatsgreep van Majdan, bij bijzondere verkiezingen tot burgemeester verkozen. Nu is hij verzekerd van nog eens vijf jaar burgervaderschap van de Oekraïense hoofdstad. Klitsjko, die op het vlak van verwezenlijkingen weinig kan voorleggen behalve mediatieke optredens, dankt zijn zege vooral aan de zwakte van zijn tegenkandidaat.
Ook in de westelijke stad Lviv staat de burgemeester al vast: Andrij Sadovyj, leider van de rechtse regeringspartij Samopomisjj (Zelfredzaamheid), werd zoals verwacht met de vingers in neus herkozen. Hij haalde ruim zestig procent. In Ivano-Frankivsk, eveneens in het nationalistische westen, was de winst voor Roeslan Martinkiv van de van fascistisch ideeëngoed verdachte partij Svoboda (Vrijheid).
Afgetekende overwinning in Dnipropetrovsk
De strijd om de grote oostelijke industriestad Dnipropetrovsk beloofde erg spannend te worden. Maar de kandidaat van de beruchte oligarch Ihor Kolomojski, Boris Filatov, haalde het uiteindelijk relatief duidelijk: 62 tegen 38. Filatov kwam op voor de partij Oekrop.
Zijn tegenstander, Oleksandr Vilkoel, kandideerde voor het Oppositieblok. Kolomojski werd na een krachtmeting tussen de oligarchen in maart door president Petro Porosjenko aan de deur gezet als gouverneur van de regio Dnipropetrovsk. De job ging vervolgens naar Micheil Saakasjvili, de voortvluchtige oud-president van Georgië. Begin november nog werd de rechterhand van Kolomojski, Gennadi Korban, opgepakt in het kader van een onderzoek naar "georganiseerde misdaad en corruptie".
In de industriestad Pavlograd, eveneens in de oblast Dnipropetrovsk, leed de kandidaat van Kolomojski's Oekrop een nederlaag tegen Anatoli Versina, die opkwam voor de "pro-Russische" oppositie.
Aan de verkiezingen mochten communisten, socialisten of overblijvers van de Partij van de Regio's, de partij van de afgezette president Viktor Janoekovitsj, niet deelnemen.