Portugese regering valt, twee weken na eedaflegging

Op 4 oktober trokken de Portugezen naar de stembus. De premier Pedro Passos Coelho won die verkiezingen met een alliantie van rechtse partijen, maar hij verloor wel zijn absolute meerderheid.

Aangezien links niet wil samenwerken met Passos Coelho besloot hij dan maar een minderheidsregering te vormen. Dat wil zeggen dat de regerende partijen niet over een meerderheid in het parlement beschikken.

Dat komt Passos Coelho vandaag dus duur te staan. De oppositie, dat dus in de meerderheid is, wees de beleidsvoorstellen van de regering vandaag naar de prullenmand en dat leidde tot een automatisch ontslag van de regering.

De socialistische leider Antonio Costa zou nu premier worden, gesteund door twee andere linkse partijen. Zij hebben beloofd om de besparingsmaatregelen, op poten gezet door ex-premier Passos Coelho, terug te schroeven.

Heel wat Europese leiders zullen dat niet graag zien gebeuren. Zij wezen naar Portugal (en Ierland) als een goed voorbeeld van hoe besparingen vruchten kunnen afwerpen.

Portugal ging zwaar gebukt onder de kredietcrisis, die volgde op de bankencrisis. Daardoor kon het land, net als Griekenland en Ierland, geen geld meer lenen op de financiële markten. In 2011 kreeg Portugal 78 miljard euro van Europa en het IMF, maar daar stonden dus wel stevige besparingsrondes tegenover, die nu mogelijk op de helling staan.