Woede tegenover de regering in Turkije

In Istanbul is de Turkse oppositie massaal op straat gekomen uit protest tegen de regering van president Tayyip Erdogan. Intussen roept de Koerdische afscheidingsbeweging PKK op tot een bestand tot de verkiezingen.

In de Turkse stad Istanbul zijn vanavond 10.000 mensen op straat gekomen om hun woede te uiten over de bloedige bomaanslag in Ankara waarbij eerder op de dag 97 doden zijn gevallen.

Die aanslag is nog niet opgeëist, maar de betogers houden de Turkse regering verantwoordelijk. Er worden dan ook slogans geroepen als "Erdogan, moordenaar!", een duidelijke verwijzing naar de Turkse president Tayyip Erdogan.

De betogers in Istanbul trokken op naar Taksim, het plein dat twee jaar geleden al het toneel was van wijd verspreid volksprotest tegen de regering van Erdogan, maar het kwam niet tot rellen. Ook in andere Turkse steden kwam de oppositie massaal op straat.

Hoe dan ook, zijn de spanningen opnieuw hoog opgelopen met de aanslag van vandaag, het aanhoudende geweld tussen Turken en Koerden in het zuidoosten van het land en de oorlog in buurland Syrië. Op 1 november zijn er nieuwe verkiezingen. Bij de vorige stembusslag enkele maanden geleden heeft de moslimpartij AKP van Erdogan haar absolute meerderheid verloren en kon geen coalitiegenoot gevonden worden.

PKK wil einde geweld tot verkiezingen

Drie maanden geleden kwam er een einde aan het twee jaar oude bestand tussen de PKK en de Turkse overheid. Sindsdien zijn er opnieuw geregeld aanslagen van de PKK tegenover Turkse ordediensten.

In een document roept de leiding van de PKK nu op om de wapens tijdelijk te doen zwijgen in de aanloop naar de verkiezingen, om een "eerlijke verkiezing" te waarborgen. Ze komen daarmee tegemoet aan oproepen van binnen en buiten Turkije.

De opschorting van de strijd komt er enkele uren nadat er in Ankara een zware aanslag is gepleegd tijdens een vredesmars. Daarbij vielen zeker 86 doden. De aanslag is nog steeds niet opgeëist. In het document van de PKK wordt met geen woord gerept over die aanslag.

Meest gelezen