Nobelprijs voor de Vrede gaat naar Tunesische verzoeningskwartet

De Nobelprijs voor de Vrede gaat dit jaar naar het zogenoemde kwartet voor nationale dialoog in Tunesië. Het Nobelprijscomité looft "de beslissende bijdrage van het kwartet voor de opbouw van een pluralistische democratie in Tunesië in de nasleep van de Jasmijnrevolutie in 2011."
Houcine Abbassi (UGTT), Wided Bouchamaoui (UTICA), Abdessattar ben Moussa (LTDH) en Fadhel Mahfoudh.

Enige verrassing bij de bekendmaking van de winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede. Het "kwartet voor nationale dialoog in Tunesië" klinkt dan ook slechts heel weinig mensen bekend in de oren.

Begin 2011 vormde Tunesië de bakermat van de zogenoemde Arabische lente. De Jasmijnrevolutie maakte een einde aan het rijk van dictator Ben Ali. Tunesië stond vervolgens voor de aartsmoeilijke taak om een democratisch bestel op te bouwen. In dat proces moest een zeer uiteenlopende waaier aan politieke en sociale krachten in Tunesië gebundeld worden om samen een grondwet te schrijven, democratische instellingen te bevolken en vrije parlements- en presidentsverkiezingen te organiseren.

De eerste pogingen tot nationale eenheid verliepen schuchter en aarzelend en werden gedwarsboomd door politiek wantrouwen en geweld. Een eerste democratisch verkozen regering met de gematigd islamistische regeringspartij Ennahda struikelde in 2013 na de moord op twee kopstukken van de oppositie. Een diepe politieke en maatschappelijke crisis was het gevolg.

Kort nadien verenigden vier grote maatschappelijke organisaties in Tunesië zich in een zogenoemd "kwartet voor nationale dialoog": het algemene vakverbond (UGTT), de confederatie van werkgevers in industrie, handel en ambacht (Utica), de Tunesische mensenrechtenliga (LTDH) en de Tunesische orde van advocaten. Dat kwartet hielp mee bij het opnieuw samenbrengen van de diverse politieke en maatschappelijke partijen en stromingen.

Dat leidde begin 2014 tot een compromis over een nieuwe grondwet, die bejubeld wordt als de meest democratische en meest seculiere in de Arabische wereld ooit. Eind 2014 volgden dan nieuwe democratische parlements- en presidentsverkiezingen. Een inspanning waarvoor de vier organisaties samen nu beloond worden door het Nobelprijscomité.

"Het kwartet maakte een alternatief en vreedzaam politiek proces mogelijk in een tijd waarin Tunesië op de rand van een burgeroorlog bengelde", motiveerde voorzitster Kaci Kullmann Five de beslissing. "Meer dan wat ook is deze prijs een aanmoediging voor het Tunesische volk, dat ondanks enorme uitdagingen de basis gelegd heeft voor een nationaal broederschap waarvan wij hopen dat het zal dienen als voorbeeld voor andere landen."

Democratisch experiment met hindernissen

De Nobelprijs is een grote overwinning voor Tunesië, tot nu toe het enige land in de regio dat erin slaagt om een prille democratie uit te bouwen, zij het met veel hindernissen. Het democratische experiment wordt overschaduwd door een kwakkelende economie, hoge werkloosheidscijfers en een verdeeld politiek landschap en de dreiging van terreur.

Hoewel Tunesië veel minder geplaagd wordt door geweld dan Libië of Syrië, waren er in de jonge en prille democratie recent nog enkele grote terreuraanslagen, vooral van islamistische extremisten. Bij een aanval op het strand in de badplaats Sousse vielen in juni 38 doden, onder wie veel buitenlandse toeristen. In maart stierven bij een aanslag in het Bardomuseum in Tunis 22 mensen.

"Het kan ook anders, er is ook hoop in het Midden-Oosten"

"Mij lijkt de toekenning van de Nobelprijs aan het kwartet een sterk signaal om Tunesië als voorbeeldland en gidsland in de regio aan te wijzen, om aan te tonen dat het ook anders kan dan de oorlogen, het geweld en de miserie die we kennen van het Midden-Oosten", zegt Sammi Zemni, professor politieke wetenschappen aan de UGent. Hij volgt de ontwikkelingen in zijn land van oorsprong op de voet. "Het Nobelprijscomité wil zeggen: als sterke maatschappelijke organisaties zich achter zo'n transitieproces scharen, is een andere uitweg mogelijk, is er voor de hele regio hoop."

Er waren dit jaar 273 genomineerden voor de Nobelprijs voor de Vrede. Volgens de bookmakers behoorden de Duitse bondskanselier Angela Merkel, de Congolese gynaecoloog en mensenrechtenactivist Denis Mukwege en de Colombiaanse regering samen met de rebellenbeweging FARC vooraf tot de grootste kanshebbers.

Meest gelezen