Besmet Japans "spookstadje" gaat na 4,5 jaar weer open

In maart 2011 vond een zware aardbeving plaats in Japan, gevolgd door een tsunami, wat tot een grote kernramp in Fukushima leidde. Alle 7.400 inwoners op het grondgebied van Naraha werden verplicht geëvacueerd wegens de hoge radioactieve straling in het gebied. Dat was ook het geval in nog 6 andere gemeenten.

Naraha, dat 20 kilometer ten zuiden van Fukushima ligt, is nu de eerste gemeente die groen licht krijgt om opnieuw bewoning toe te laten. De Japanse overheid heeft grote inspanningen gedaan om het gebied te decontamineren en de stralingswaarden zouden nu laag genoeg zijn om weer mensen toe te laten.

Mensen die terugkeren, krijgen persoonlijke dosimeters mee om stralingswaarden te checken, en het kraantjeswater wordt speciaal getest op straling.

Het is nog maar de vraag of het stadje opnieuw zijn vitaliteit van vroeger kan terugvinden. Ruim de helft van de geëvacueerden (53 procent) zegt dat nog niet klaar zijn om terug te keren, of dat ze nog niet weten of ze überhaupt wel willen terugkeren. Ze zeggen dat ze elders werk hebben gevonden, of ze vertrouwen de stralingswaarden nog niet.

Naraha geldt als een testcase. Vele mensen die moesten verhuizen na de ramp, zijn niet geneigd om ooit terug te keren en er is het probleem van de infrastructuur. In Naraha is bijvoorbeeld een stuk van de nationale spoorweginfrastructuur nog steeds buiten dienst. De sporen zijn nog overwoekerd door gras. Sommige huizen staan op instorten en 's nachts dolen wilde zwijnen rond.

De burgemeester van Naraha, Yukiei Matsumoto, hield er tijdens een een speech alvast de moed in: "De klok begint hier weer te tikken", zei hij tijdens een ceremonie aan een speelpark. "Het opheffen van de evacuatieregeling is een belangrijke stap, maar dit is nog maar de start. Matsumoto zei dat hij hoopt dat Naraha inspirerend kan werken voor andere ontruimde gemeenten.

Er zijn nog altijd zowat 100.000 Japanners die nog "in ballingschap" leven na de kernramp.