IS verwoest tempel van Baal-Shamin in Palmyra
Het nieuws van de verwoesting is vanavond meegedeeld door het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten en de Syrische Dienst voor Oudheden in Damascus.
Volgens hen is de tempel van Baal-Shamin in Palmyra opgeblazen door de terroristen van IS die in mei de woestijn hadden veroverd op het Syrische leger. Bij die explosie zou ook de nabijgelegen zuilengalerij -erg bekend bij toeristen- beschadigd zijn. De tempel is net als de hele site van Palmyra door de VN-cultuurorganisatie Unesco uitgeroepen tot werelderfgoed.
Sinds de val van Palmyra werd gevreesd voor verwoestingen zoals IS eerder al in archeologische sites en musea in Noord-Irak heeft uitgevoerd. Volgens de fanatieke groep moeten beelden en restanten van tempels verwoest worden omdat ze tot "afgoderij" zouden aanzetten. Dat past in de extremistische visie van IS, dat geen enkel respect heeft voor pre-islamitische kunst of restanten.
Enkele dagen geleden is de 82-jarige Syrische archeoloog Khalid al-Asaad die in Palmyra was achtergebleven, vermoord door IS en werd zijn lichaam dagenlang aan een paal in de stad opgehangen.
De "Heer der Hemelen"
De tempel van Baal-Shamin was naast die van Baal één van de twee grote van de oude stad in het midden van de Syrische woestijn. Het gebouw was ook relatief goed bewaard.
Baal-Shamin (Aramees voor "Heer der Hemelen") was één van de belangrijkste Noordwest-Semitische goden van voor de islam. Hij wordt soms in verband gebracht met regen en vruchtbaarheid.
De tempel werd gebouwd in 131 na Christus in de periode dat Palmyra economisch erg belangrijk was als tussenstop langs de Zijderoute vanuit China en Centraal-Azië naar Europa. In de derde eeuw na Christus werd Palmyra onder koningin Zaynab (Zenobia) een belangrijk rijk dat een groot deel van het Nabije Oosten en Egypte omvatte, al werd dat na enkele jaren wel heroverd door de Romeinen.
