Turkije voert bombardementen tegen PKK op
De bombardementen tegen de PKK, Koerdische militanten die streven naar een onafhankelijk Koerdistan, zijn al bijna een week aan de gang. Turkije bombardeert tegelijkertijd ook stellingen van de terreurorganisatie IS in het noorden van Syrië. Turkije noemt de dubbele strijd een "strijd tegen het terrorisme".
Die strijd veroorzaakt een complexe situatie in de regio. Koerdische militanten vechten in Syrië tegen IS, samen met Turkije. Maar Turkije bombardeert Koerdische PKK-militanten in het noorden van Irak. Bovendien weigert Turkije luchtsteun te geven aan de Koerdische militanten in Syrië, terwijl ze wel dezelfde vijand bekampen.
De Amerikanen, die in de regio een coalitie leiden tegen IS, zien dat niet graag gebeuren. Het zijn immers vooral Koerdische militanten die het vuile werk opknappen in de strijd tegen IS. Turkije heeft vandaag wel bekendgemaakt dat het zijn militaire luchtmachtbasissen openstelt voor de coalitie tegen IS.
"Vredesproces onmogelijk geworden"
De Turkse bombardementen op PKK-militanten volgden na een aantal weken van toegenomen geweld in Turkije. Bij een zelfmoordaanslag van IS in de zuidoostelijke stad Suruç, Koerdisch gebied, kwamen 32 mensen om. De PKK acht de Turkse regering mee verantwoordelijk, omdat Turkije niet genoeg zou doen in de strijd tegen IS.
Er volgden vergeldingsacties. De PKK voerde enkele aanvallen uit op de Turkse politie en het leger. Twee politieagenten kwamen om en verschillende anderen raakten gewond. Het vredesbestand, dat sinds 2013 van kracht was, staat zo op wel heel losse schroeven. De Turkse premier Tayyip Erdogan liet gisteren weten dat een vredesproces onmogelijk is geworden. De intensievere bombardementen lijken dat nog extra in de verf te zetten.