"Geef mij maar een mirakel"

Elk jaar opnieuw voltrekt zich rond deze tijd een mirakel in de Oude Stad van Jeruzalem. Het is een eeuwenoud mirakel dat telkens op de zaterdag voor het Orthodoxe Pasen valt. In de Heilige Grafkerk, in de tombe waar het lichaam van Christus zou gelegen hebben, ontstaat er namelijk vuur. Heilig vuur. Jeruzalem-correspondent Nicky Aerts wilde dat mirakel niet aan zich voorbij laten gaan en zette alles in het werk om erbij te kunnen zijn.

Gastenlijst

Ik weet niet goed waar te beginnen, want duizenden gelovigen willen elk jaar getuige zijn van het mirakel en iedereen vertelt me dat het zo goed als onmogelijk is om erbij te zijn.

De Heilige Grafkerk valt onder de bevoegdheid van zes verschillende katholieke confessies. Die gaan trouwens geregeld met mekaar op de vuist over Ć©Ć©n of ander akkefietje, maar dat is volledig terzijde. Ik wend mij tot Ć©Ć©n van de Patriarchen om op de gastenlijst te komen en het mirakel van dichtbij te kunnen meemaken. Maar dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan. ā€œJe neemt best contact op met de IsraĆ«lische politieā€, vertelt men me. ā€œDie coƶrdineren de hele handel.ā€ Ik bel Mickey Rosenfeld, woordvoerder van de politie: ā€œJe moet bij het Patriarchaat zijn. Die geven je naam door aan ons en wij doen dan het nodigeā€. Dat brengt dus niet veel.

Coƶrdinatie

Ik ga een paar dagen later op stap met de PLO en ontmoet een aantal voorname christelijke Palestijnen, die elk jaar opnieuw proberen bij het mirakel te geraken. Ik vertel hen dat ik er ook bij wil zijn en ze nodigen mij uit om samen met hen vreedzaam naar de Heilige Grafkerk te wandelen. ā€œVerzamelplaats is het Notre Dame bedevaarthotel recht tegenover de New Gateā€, zegt Bassem Khoury, gewezen Palestijns Minister van Economie en FinanciĆ«n.

De Palestijnse christenen hebben de internationale gemeenschap uitgenodigd om getuige te zijn, niet alleen van het mirakel, maar ook van het agressief optreden van de IsraĆ«lische politie. ā€œElk jaar opnieuw zijn er incidentenā€, zegt Hind Khoury, voormalig ambassadeur voor Palestina in Parijs. ā€œDe IsraĆ«lische politie sluit de toegangswegen naar de Heilige Grafkerk af; laat ons niet toe ons geloof te belijden. Kom mee met ons en je zal zien wat ik bedoel. Twee jaar geleden zijn we allemaal in mekaar geslagen.ā€

Verlossende telefoon

Net op dat moment krijg ik een tekstbericht van Mickey Rosenfeld: ā€œItā€™s okay. Come to Zion Gate at 7.30 am.ā€ Yes! Het is me gelukt. Ik sta op de gastenlijst. Ik zal naar alle waarschijnlijkheid meer kans hebben het mirakel van dichtbij mee te maken dan heel wat Palestijnse christenen.

Wanneer ik twee dagen later voorbij New Gate wandel, hangt er een groot doek waarop in vijf talen te lezen staat dat de ingang tot de Heilige Vuurceremonie via Jaffa Gate is. Ik lees Russisch, Grieks, Engels en Hebreeuws. Het Arabisch is overspoten met zwarte verf! Een teken aan de wand. Ik word een beetje nerveus voor het hele gebeuren.

Mirakeldag

Zaterdag 11 april is het dan eindelijk zo ver. Ik sta vroeg op. Ben op alles voorbereid, denk ik. Heb mijn opnameapparatuur mee, mijn camera. Niet te veel ballast, want het wordt een lange dag met veel geduw en getrek. Het is negen uur vooraleer de perskaravaan onder begeleiding van de politie zich een weg baant door een bijna lege Oude Stad.

Langs de route naar de Grafkerk krioelt het van de politie en gelovigen. Sommige gelovigen proberen met de pers mee binnen te glippen, maar worden er meteen terug uitgeplukt door de bijzonder alerte politiemensen. Onder de gelovigen veel Russen, OekraĆÆners en Grieken (de lokale christenen komen niet als eersten aan hun trekken). Ze zien er allemaal even devoot uit en hebben stuk voor stuk een bundeltje kaarsen mee, die ze straks met het Heilige Vuur willen aansteken en zo lang mogelijk met zich zullen dragen.

Heilige Grafkerk

Bij de Heilige Grafkerk aangekomen, moeten we opnieuw wachten. De poort is nog vergrendeld. Wanneer iets voor tien uur de Patriarch verschijnt met de sleutel, begint een aantal gelovigen te juichen. Het ritueel kan beginnen. Na herhaaldelijk kloppen op de poort, wordt de sleutel (die is in handen van twee moslimfamilies omwille van de onenigheden tussen de confessies, nvdr.) doorgegeven aan een andere kerkvader, die op een ladder klautert om bij het slot te geraken. Hij ontgrendelt het slot en zet vervolgens de deuren wagenwijd open.

De kerk is tot mijn verbazing niet leeg. Binnenin wemelt het, net als in de straten, van de politieagenten. Hebben zij hier misschien overnacht? Ze sporen de gelovigen aan zich te haasten en duwen ze nogal onvriendelijk de kerk in, richting graftombe. De pers moet wachten tot alle Armeense gelovigen binnen zijn. Als het dan eindelijk aan ons is, is de kerk al goed gevuld.

Het is claustrofobisch. Iedereen wil een plek bemachtigen waar hij of zij de Patriarch kan zien als hij uit de graftombe komt. De pers krijgt geen plek toegewezen. We moeten alles zelf uitzoeken. Ik word hardhandig in de rug geduwd door een politieagent, die me een commando toeschreeuwt in het Hebreeuws. Ik toon hem mijn perskaart, zeg dat hij mij niet moet duwen en hij duwt mij opnieuw. Ik zeg nog nadrukkelijker dan de eerste keer dat hij mij niet moet duwen, ā€œdonā€™t push meā€, en geef hem een duw terug. Hij pakt me bij de arm en duwt mij opnieuw. Mijn zin in een mirakel begint langzaam maar zeker te verdwijnen.

Gekomen voor het vuur

Als ik rond mij kijk, lijkt niemand zich te storen aan het geduw en het getrek. Nog even geduld en het mirakel voltrekt zich. Daar hebben deze gelovigen alles voor over. Iets voor twee uur verdwijnt de Patriarch uiteindelijk in de graftombe met een bundel (niet brandende) kaarsen en wordt al het licht in de kerk gedoofd.

Na wat gestommel en kabaal komt hij tevoorschijn met -jawel - brandende kaarsen en beginnen de klokken te luiden. Het Heilige Vuur is op de aarde neergedaald en dient nu door alle aanwezigen verspreid te worden over de rest van de wereld.

Volgens de Patriarch ontstaat het spontaan nadat hij een paar gebeden heeft gezegd. Het is een blauwig licht dat vanuit de steen waarop Jezus gelegen heeft opstijgt. Het is geen gewoon vuur, want je kan je er volgens de Patriarch niet aan verbranden. Dat mag dan misschien wel het geval zijn voor de Patriarch. Het haar van onze buurman, mocht er vorig jaar aan geloven.

Mensen wringen zich ondertussen in allerlei bochten om hun kaarsen met het Heilige Vuur aan te steken. Binnen de kortste keren heeft zowat iedereen brandende kaarsen in zijn handen. Nu begrijp ik waar de uitdrukking ā€˜het nieuws verspreidt zich als een lopend vuurtjeā€™ vandaan komt. Het is te gek voor woorden. Ik zie overal blije, verlichte gezichten. De gemeenschap is hechter na de ceremonie, het geloof nog sterker.

Op reis

En volgend jaar rond deze tijd kan het mirakel zich opnieuw voltrekken, ten minste als de fosfor niet op is. Er zijn namelijk nogal wat mensen die grote twijfels hebben bij het mirakel en er vast van overtuigd zijn dat er vals gespeeld wordt. Met witte fosfor kan je zelfontbranding laten plaatsvinden en grote wonderen verrichten. Maar zeg nu zelf, dan is de pret er helemaal af! Geef mij maar een mirakel.

Terwijl het Heilige Vuur op reis gaat naar Bulgarije, Griekenland en andere orthodoxe landen, neem ik de Arabische bus huiswaarts en vraag ik me af hoever de Palestijnse delegatie met Bassem en Hind Khoury zou geraakt zijn. Misschien heeft het Heilige Vuur hun hart en ziel ook wel kunnen verwarmen. Ik wens het hen alleszins toe.

Meest gelezen