Noord-Jemen was het "Vietnam" van Egypte

Er zijn steeds meer aanwijzingen dat Saudische en andere Arabische troepen betrokken zijn bij de gevechten op de grond in Jemen. Dat houdt echter erg grote risico's in, zoals Egypte in de jaren 60 ondervonden heeft.

Voor Saudi-Arabië was de recente opmars van de sjiitische Houthi's en hun bondgenoten, aanhangers van de (ook sjiitische) ex-president Ali Abdullah Saleh, naar de zuidelijke havenstad Aden er te veel aan. De Houthi's en hun bondgenoten wilden de Jemenitische regering die uit de hoofdstad Sanaa naar Aden gevlucht was, volledig omverwerpen.

Daarop mengden vliegtuigen uit Saudi-Arabië en soennitische Golfstaten zoals de Verenigde Arabische Emiraten, Qatar en Koeweit zich met bombardementen in de oorlog in Jemen aan de zijde van de belaagde regering in Aden. Voor de Saudi's is een Jemen gedomineerd door de pro-Iraanse Houthi's aan de zuidflank onaanvaardbaar.

Egypte heeft zijn eigen redenen om zich aan de zijde van de Saudi's te stellen. Enerzijds hadden de Saudi's openlijk de staatsgreep van president Abdel Fattah al-Sisi tegen de moslimbroeder Mohammed al-Mursi in 2013 gesteund.

Er is echter ook een strategisch belang: voor Egypte vormt het scheepvaartverkeer doorheen het Suezkanaal de belangrijkste bron van inkomsten. Aan de andere kant van de Rode Zee ligt de zeestraat Bab al-Mandeb tussen Jemen en Afrika. Als de Houthi's Jemen volledig zouden overnemen, zou dat indirect Iraanse invloed op de Rode Zee en het Suezkanaal betekend hebben, zo vreest de regering in Caïro.

Het spook van een oude burgeroorlog

Niets doen was dus geen optie, maar zich mengen in een oorlog in Jemen houdt ook risico's in. Luchtbombardementen zijn één optie, maar het inzetten van grondtroepen in Jemen is erg duur en gevaarlijk en dat hebben zowel de Egyptenaren als de Saudi's in het verleden ondervonden.

Beiden stonden tussen 1963 en 1970 tegenover elkaar in de bloedige burgeroorlog die Noord-Jemen toen verscheurde. Een staatsgreep van progressieve officieren maakte toen een einde aan het Mutawakilitische koninkrijk of sjiitisch imamaat dat meer duizend jaar over dat deel van Zuid-Arabië geheerst had.

Het was de periode dat conservatieve regimes zoals dat van de Saudi's werden uitgedaagd door linkse nationalisten zoals de Egyptische dictator Gamal Abdel Nasser en de Baath-regimes in Syrië en Irak (Assad en Saddam Hoessein).

Strategische belangen gaan voor godsdienst en dus steunden de extreem soennitische Saudi's met materieel en geld (en mogelijk ook troepen) de zayditisch-sjiitische monarchisten in Noord-Jemen. Het Egypte van Nasser stuurde troepen om de republikeinse coupplegers bij te staan.

Zege, maar tegen welke prijs?

De modernere uitgeruste Egyptische troepen konden vrij snel de grote steden van Noord-Jemen (Zuid-Jemen was toen nog een Brits protectoraat) innemen, maar liepen zich vast in de bergen in het binnenland, waar royalistische stammen standhielden.

Op een bepaald ogenblik waren er 70.000 Egyptische militairen in Noord-Jemen, maar die kregen -ondanks de inzet van chemische wapens- de sjiitische stammen niet tegen de mat. De Egyptische verliezen stapelden zich op, net zoals de schuldenlast. Bombardementen op grenssteden in Saudi-Arabië leverden weinig op.

Het verlies aan materieel en manschappen werkte mee de Egyptische nederlaag in de oorlog van 1967 tegen Israël in de kaart. Niet verwonderlijk, want in de Koude Oorlog hadden zowel Israël als Groot-Brittannië voorraden gedropt voor de royalisten, terwijl "Sovjetadviseurs" de republikeinen en Egyptenaren steunden.

De oorlog werd een patstelling en tenslotte sloten de Saudi's en Nasser een akkoord. De Egyptische troepen vertrokken uit Noord-Jemen en Saudi-Arabië beëindigde de steun aan de royalisten. De republiek had gewonnen, maar meer dan 100.000 mensen waren gedood. Ook Egypte had een zware prijs betaald en Egyptische officieren vergeleken de dure uitputtingsslag in Noord-Jemen met die van de Amerikanen in Zuid-Vietnam.

Eén detail: na de verovering van de hoofdstad Sanaa door de sjiitische Houthi's in september vorig jaar keerde de troonpretendent Agil ibn Mohammed al-Badr -afstammeling in een lijn van duizend jaar sjiitische imams- terug naar Sanaa. Een grote rol speelt hij niet, maar wel lijkt het land terug te keren naar de toestand van voor de staatsgreep en oorlog van 1962.

Ook Romeinen en Ottomanen beten hun tanden stuk

Nasser was niet de enige buitenlandse indringer in Jemen die daar een zware prijs voor betaalde. Eerder hadden ook de Egyptische Mamloeken (13e tot 16e eeuw) en Ottomaanse Turken (16e tot 20e eeuw) erg veel moeite gehad om hun gezag over Jemen te vestigen. Dat gebied was strategisch gelegen langs de belangrijke handelsroutes voor wierook, koffie en specerijen. 

Militaire interventies om de sjiitische zaydieten te onderwerpen, mislukten, en zowel de soennitische Mamloeken als Ottomanen moesten zich tevreden stellen met nominale en weinig betekende eden van trouw van de Jemenitische stammen.

In 25 voor Christus stuurde de Romeinse keizer Augustus zijn veldheer Aelius Gallus op invasietocht in Jemen, maar ook die moest met grote verliezen afdruipen. 

Meest gelezen