IS terroriseert nu ook archeologische sites

In de bezette gebieden in Irak en Syrië terroriseert IS nu niet enkel de bevolking, is ze ook een systematische campagne van vernieling begonnen van het rijke archeologische verleden van die regio.

De video van de verwoesting van beelden in het Museum van de Noord-Iraakse stad Mosul is dramatisch. Een lid van IS legt uit waarom de kunstschatten vernield moeten worden: het zouden "afgodsbeelden" zijn die ingaan tegen het idee van "tawhid" van de strikte versie van de islam, het idee dat enkel God of Allah aanbeden mag worden.

Daarop volgden voor iemand met een archeologische opleiding afgrijselijke beelden waarin opgezweepte "zeloten" de beelden in het museum met voorhamers stuksloegen.

Meer dan 3.000 jaar oude standbeelden werden uit de kasten gehaald omvergegooid en met voorhamers verder aan stukken geslagen. Het ging dan vooral om artefacten van de Assyrische beschaving uit de regio van Noord-Irak, een van de brandpunten van de Semitische cultuur, waarvan de Arabische afstamming de belangrijkste erfgenam is.

Minder bekend, maar even dramatisch was de verwoesting van de nabijgelegen openbare bilbiotheek van Mosul die door IS met brandbommen in de as is gelegd. Daar werden tienduizenden oude boeken, sommigen gingen eeuwen terug tot in de Turks-Ottomaanse tijd, in de vlammen of (of ze werden door IS verkocht).

De gevleugelde stieren van Niniveh

Recht over de rivier de Tigris tegenover Mosul ligt wat overblijft van de laatste hoofdstad van het Nieuw-Assyrische rijk, Niniveh (of "Ninua"). Niniveh was al sinds 3.000 voor Christus een belangrijk religieus centrum voor de verering van de vruchtbaarheidsgodin Ishtar. 

Niniveh moest echter wachten tot 705 v.C. toen koning Sennacherib de stad verhief tot hoofdstad van het Nieuw-Assyrische rijk dat toen zowat het hele Nabije Oosten van de Middellandse Zee tot de Perzische Golf omvatte. Niniveh moest alle andere steden overtreffen en werd omgeven door een twaalf kilometer lange vestingwal. Die volstond niet om de belegering door de Babyloniërs en Meden in 612 v.C. af te slaan, wat het einde van het Assyrische rijk betekende. 

IS toonde onlangs een video waarin de grote "lamassu" (gevleugelde stierenfiguren met het hoofd van een koning) aan de stadspoort van de god Nergal verwoest werden met drilboren.

In juli 2014 -kort na de bezetting door IS- was de militie in Niniveh echter al begonnen met het opblazen van de moskee waar zich de tombe van de bijbelse profeet Jonas (Yunus) in zou bevinden. Jonah wordt naast in de Bijbel echter ook vermeld in de Koran, maar ook dat kon de verwoesting door IS niet tegehouden.

Nimrud, ooit één van de grootste steden

Nimrud of "Kalhu" zoals vroeger genoemd werd, werd omstreeks 1200 voor Christus gebouwd door koning Shalmanassar I in de het Midden-Assyrische of tweede Assyrische rijk.

Het bereikte zijn grootste bloei echter na 879 voor Christus toen de Nieuw-Assyrische koning Assurbanipal (883-859 v.C.) er zijn hoofdstad vestigde van een rijk dat zowat het gehele Nabije Oosten omvatte. Hij bouwde er gigantische paleizen en tempels en er zouden toen 100.000 mensen in Nimrud gewoond hebben, wat het toen wellicht tot één van de grootste steden ter wereld maakte.

Anderhalve eeuw later werd Nimrud verwoest toen de Babyloniërs en Meden het Assyrische rijk veroverden. Pas na 1820 werd Nimrud opgegraven door vooral Britse archeologen en assyriologen. Behalve de ruïnes van paleizen werden er vooral kolossale beelden en stèles gevonden, waarvan er gelukkig velen in het British Museum in Londen of in het Irak Museum in Bagdad beland zijn, ver buiten de greep van IS.

Hatra in pre-islamitisch Arabië

Hatra of al-Hadr is veel jonger dan de Assyrische steden zoals Niniveh of Nimrud en werd wellicht in de derde eeuw voor Christus gesticht door de Seleucieden, de Griekse dynastie die Alexander de Grote in het Nabije Oosten opvolgde en een rijk bestuurde van de Syrische Middellandse Zeekust tot Iran en Indië.

Later werd Hatra een deel van het Parthische (Perzische) rijk tot het in de tweede eeuw na Christus het centrum werd van het rijk van Araba, een pre-islamitisch Arabisch rijk in het noorden van Irak. Lange tijd was het een bufferstaat tussen het Romeinse en het Perzische rijk van de Sassaniden tot het in 241 door de Perzische koning Shapur I veroverd en verwoest werd.

Hatra werd omringd door een dubbele verdedigingswal met in totaal 160 torens en heeft ruïnes met zowel Grieks-hellenistische als Perzische kenmerken. De stad telde ook een aantal grote tempels waarin Arabische, Griekse, Mesopotamische en Aramese goden vereerd worden.

Khorsabad, het "fort van Sargon"

Op 8 maart kondigde de Iraakse regering aan dat IS ook de ruiïnes van Khorsabad nabij Mosul vernielde met bulldozers. Die ruïnes werden in het midden van de 19e eeuw ontdekt door Franse archeologen. Pas in de jaren 20 van de vorige eeuw kwamen er systematische opgravingen onder leiding van James Henri Breasted en Edward Chiera van de Universiteit van Chicago.

Die legden er de fundamenten bloot van een stad, een citadel met paleizen en tempels. Er werden ook grote stenen standbeelden ontdekt, zoals de vijf meter grote Assyrische gevleugelde stier met het hoofd van koning Sargon II. Dat beeld werd gelukkig overgebracht naar de Universiteit van Chicago.

Khorsabad of Dur Sharrukin (Assyrisch: "fort van Sargon") werd in 721 voor Christus gebouwd door de Nieuw-Assyrische koning Sargon II (of Sharrukin) en is waarschijnlijk nooit helemaal afgewerkt. Zijn opvolger, de gevreesde Sennacherib, liet de hoofdstad in 705 voor Christus overbrengen naar Niniveh (Ninua), de laatste hoofdstad van het Assyrische rijk.

Mary Evans Picture Library

Meest gelezen