IS vernielt nu 3.000 jaar oud Assyrisch paleis

Strijders van de fundamentalistische terreurorganisatie IS zijn begonnen met het slopen van de overblijfselen van het 3.000 jaar oude Assyrisch paleis van Nimrud, in de buurt van de Noord-Iraakse stad Mosul. Dat meldt de Arabische nieuwszender Al Jazeera en dat wordt bevestigd door de Iraakse overheid.
(Archieffoto)

De IS-strijders zouden bulldozers hebben ingezet om het paleis met de grond gelijk te maken.

De site in Nimrud is erg waardevol. In de jaren 80 hebben archeologen er een van de rijkste vondsten ooit van goud en juwelen gedaan. Het Assyrische paleis heeft muren met prachtige reliëfbeelden van gevleugelde Assyrische stieren.

Vorige week verspreidde IS nog videobeelden waarop te zien was hoe strijders beelden vernielden in het Archeologisch Museum van Mosul en in het paleis van Ninevah. Toen al gaven IS-strijders aan dat het paleis van Nimrud het volgende doelwit zou zijn.

De vernielingen van cultureel werelderfgoed door IS lokken wereldwijd grote verontwaardiging uit. De Arabische Liga bijvoorbeeld heeft het over "één van de ergste misdaden die in deze tijd begaan zijn tegen het patrimonium van de mensheid".

Ooit één van de grootste steden

Nimrud of "Kalhu" zoals vroeger genoemd werd, werd omstreeks 1200 voor Christus gebouwd door koning Shalmanassar I in de het Midden-Assyrische of tweede Assyrische rijk.

Het bereikte zijn grootste bloei echter na 879 voor Christus toen de Nieuw-Assyrische koning Assurbanipal (883-859 v.C.) er zijn hoofdstad vestigde van een rijk dat zowat het gehele Nabije Oosten omvatte. Hij bouwde er gigantische paleizen en tempels en er zouden toen 100.000 mensen in Nimrud gewoond hebben, wat het toen wellicht tot één van de grootste steden ter wereld maakte.

Anderhalve eeuw later werd Nimrud verwoest toen de Babyloniërs en Meden het Assyrische rijk veroverden. Pas na 1820 werd Nimrud opgegraven door vooral Britse archeologen en assyriologen. Behalve de ruïnes van paleizen werden er vooral kolossale beelden en stèles gevonden, waarvan er gelukkig velen in het British Museum in Londen beland zijn.

Meest gelezen