Duitsland, bruinkoolland

Het is een echte uitdaging: begeleid door een gps-toestel van Brussel naar Keulen rijden. De kans is vrij groot dat je volgens je navigatiesysteem plots in een desolaat boslandschap rijdt, terwijl je in de praktijk over de drukke E40 snort. De verklaring: de Duitse energiewende.

Vlak na de ramp in Fukushima besliste de Duitse regering-Merkel II om kernenergie definitief vaarwel te zeggen. Tegen 2022 moeten alle kerncentrales dicht. Een bocht vanjewelste voor de kanselier, die zelf altijd fervent voorstander van kernenergie was. Tegelijkertijd willen onze oosterburen de energievoorziening sterk “vergroenen”. Tegen 2050 moet 80 procent van de Duitse stroom groen zijn. Maar de tussenperiode kleurt erg bruin en grijs.

Een kwestie van tijd

“Zo’n energiewende realiseer je niet in een paar jaar tijd”, krijgen we te horen van Esther Chrischilles. Zij is de energieverantwoordelijke bij het Institut für Deutsche Wirtschaft in Keulen.

“Groene energie is tegenwoordig goed voor zo’n kwart van de Duitse energiebevoorrading. Kolencentrales daarentegen zorgen nog voor 45 procent. En dus zijn deze kolencentrales voorlopig onmisbaar en zelfs steeds belangrijker in de energievoorziening. Kolen zijn bovendien relatief goedkoop en voorradig.”

Al is Chrischilles ook niet blind voor de nadelen. “Het verbranden van kolen is zwaar belastend voor het milieu, vooral de CO2-uitstoot is een probleem.”

De reductie van CO2 bij kolenverbranding

Een noodzakelijk kwaad, dus, volgens het Keulse economisch instituut. Al is er zeker de wil bij de grote energieproducenten om de enorme milieubelasting nu al te bestrijden en dat met de hulp van de wetenschap.

In Niederaußem, zo’n 35 km ten westen van Keulen, draait de bruinkoolcentrale van RWE op volle kracht. Witte stoompluimen stijgen uit enorme koeltorens boven het dorp uit. Zo’n 6 miljoen inwoners van de dichtbevolkte en industriële deelstaat Noordrijn-Westfalen zijn voor hun bevoorrading op deze site aangewezen. Maar in de nieuwe centrale in Niederaußem wordt ook aan onderzoek gedaan. Een stuk CO2-rest wordt hier niet zomaar de lucht ingeblazen, maar wordt opgevangen, opgeslagen en opnieuw gebruikt. Het levert de centrale een hoger rendement op en bovendien komt op die manier zo’n 9 miljoen ton CO2 per jaar minder in de atmosfeer terecht, aldus RWE.

Wat verderop in Jülich wordt onderzoek gedaan naar betere toepassingen om CO2 apart op te vangen. In een vroegere kernreactorhal van het Forschungszentrum Jülich wordt onderzocht hoe betere membranen geproduceerd kunnen worden op grote schaal. In het laboratorium van professor Meulenbergh zijn ze er dag in dag uit mee bezig. Betere membranen - dunne vliesjes die bepaalde stoffen kunnen doorlaten en andere tegenhouden - kunnen de sleutel zijn tot een ruimere toepassing van CO2-afsplitsing.

Proefondervindelijk willen ze in Jülich tot de beste materiaalselectie komen, om membranen te produceren die duurzaam zijn en op grote schaal geproduceerd kunnen worden. Met hetzelfde doel: de CO2-emissie aanzienlijk terugschroeven, en om dat te bereiken, moet je dus CO2 eenvoudig kunnen afscheiden en opvangen.

De landschappelijke gevolgen: kraters en ontbossing

Hoewel de CO2-uitstoot de energieproducenten en de wetenschap dus wel degelijk na aan het hart ligt, zal het opwekken van energie uit bruinkool het milieu en de omgeving zwaar blijven belasten. Het landschap in de landeskreisen Düren en Rhein-Erft onderging de laatste jaren een ware metamorfose. De bruinkool die in de centrales verbrand wordt, komt uit enorme groeves vlakbij, die met transportbanden verbonden zijn met de energiecentrales. De grootste graafmachines ter wereld kan je bijna overal horen en op sommige plaatsen kan je ze als toeristische attractie gaan bekijken.

Honderden vierkante kilometers landschap in deze bosrijke landelijke streek zijn daardoor herschapen in diepe kloven. Niet enkel bomen, maar ook dorpen en wegen moeten tot op de dag van vandaag wijken om het bruine goedje te delven. Recent werd nog de E40-autoweg tientallen kilometers naar het zuiden verplaatst, om de mijn van Hambach te kunnen uitbreiden. Daarbij stoot de energiereus op verzet, want naast de snelweg moet ook het Hambacher Forst wijken voor de bruinkool.

Een groep jongeren die zichzelf de Walt Bezetsung Hambacher Forst noemt, bezet het bos al meer dan drie en een half jaar. Vanuit een geïmproviseerd kamp met afgedankte caravans en verschillende boomhutten willen ze de uitbreiding van de mijn stoppen en het woud redden. Maar eigenaar RWE heeft het niet zo begrepen, getuigen twee jongeren, die zichzelf de schuilnamen Mareike en Steffi toegedicht hebben. Vooral in de buurt van de oude snelweg patrouilleren constant security-voertuigen van het energiebedrijf. Ook als wij samen met Mareike tot aan de rand van de mijn komen, worden we al snel opgemerkt door de veiligheidsmensen en moeten we stoppen met opnames maken.

Groener tegen 2050

Nog tientallen vierkante kilometers bruinkool zal de komende jaren tijdens de eerste fase van de Duitse energiewende gedolven en verbrand worden. Daarna moet alles groener en duurzamer worden. Het landschap zal er nooit meer hetzelfde uitzien. Ooit moeten die enorme mijnen vol lopen met water. Een groot meer dat verbonden zal worden met de Rijn; een recreatiegebied aan de rand van de grootstad Keulen, omgeven door een beperkte herbebossing. Het lijkt nog erg veraf als je vandaag met een op hol geslagen gps-toestel van Aken naar Keulen rijdt.

Meest gelezen