Interventie in Libië: goed idee of recept voor mislukking?

Na de executie van 21 Egyptische kopten door IS weerklinkt de roep steeds luider om nu maar eens écht orde op zaken te gaan stellen in Libië. Biedt een nieuwe internationale interventie - zoals onder meer Egypte vraagt - een oplossing? De eerste internationale operatie van zo'n vier jaar geleden is alvast géén succes gebleken. Professor Internationale Politiek Rik Coolsaet heeft er geen goed oog in.

Vier jaar geleden volgen de Libiërs het voorbeeld van de Tunesiërs en de Egyptenaren en komen ze in opstand tegen het regime van Moe'ammar al-Khaddafi. De Arabische lente lijkt te bloeien: het volk komt in opstand tegen zijn autocratische leiders en hunkert naar vrijheid en democratie. Nobel maar weinig realistisch, zal blijken.

In 2011 ziet West-Europa dat nog anders. Tijd voor verandering, luidt het motto. Voortaan geen zaakjes met dubieuze leiders à la Khaddafi meer, maar wel met verkozen leiders. Dat Libië zowat de grootste bewezen olievoorraad van Afrika bezit, speelt bij die keuze wellicht geen onbelangrijke rol. Bovendien exporteert het land ook gas naar Italië.

Op initiatief van Frankrijk, Groot-Brittannië en Libanon keurt de VN-Veiligheidsraad op 17 maart 2011 resolutie 1973 goed. De VN-lidstaten krijgen de mogelijkheid "alle noodzakelijke maatregelen" te nemen om "met aanvallen bedreigde burgers en bevolkte gebieden in Libië te beschermen". Opmerkelijk: grondtroepen maken geen deel uit van die "alle noodzakelijke maatregelen".

Een dag later al gaat Khaddafi in de fout en komt de NAVO in actie. Er worden doelgerichte luchtaanvallen uitgevoerd die het regime van Khaddafi verder verzwakken en uiteindelijk leiden tot het einde van de dictator.

Chaos vult het machtsvacuüm

De militaire interventie vanuit de lucht schiet zijn doel voorbij. Khaddafi is van het toneel verdwenen, maar op de begane grond nemen nu tal van milities het tegen elkaar op. Iedereen wil zijn deel van de Libische oliekoek. Alweer een vergissing, zo blijkt: door al dat oorlogsgeweld keldert de olieproductie van bijna 1,5 miljoen olievaten vóór de revolutie tot 300.000 vaten per dag eind vorig jaar. Een kleine economische ramp voor een land dat 80 procent van zijn inkomsten uit olie haalt.

Van enig centraal gezag blijkt al evenmin sprake. De nieuwe officiële regering zweert bij de sharia als basis voor een nieuwe grondwet. 7.000 militairen, burgers en buitenlandse huurlingen die voor Khaddafi hebben gevochten, worden opgesloten in de gevangenissen. Mensenrechtenorganisatie Amnesty International klaagt over martelingen en executies van gedetineerden die als vijanden van de nieuwe regering worden beschouwd.

Op tal van plaatsen breken gevechten uit tussen rivaliserende milities. In de strategisch belangrijke stad Benghazi vallen tientallen doden, onder wie ook de Amerikaanse ambassadeur. In de hoofdstad Tripoli wordt de internationale luchthaven zowat in puin geschoten en gaat een gigantische olieopslagplaats in de fik. Libië zakt weg in een poel van chaos en geweld en verschillende landen evacueren hun burgers.

Van de hoop van vier jaar geleden blijft zo goed als niets over. Ook de nobele intenties van de internationale gemeenschap blijken holle frasen. Eind vorig jaar vragen Tsjaad, Mali en Senegal de NAVO om bolwerken van moslimterroristen in Libië op te ruimen: het land dreigt een terroristische broeihaard te worden die de hele regio destabiliseert.

Terrorisme aan de achillespees van Europa

Net zoals in Irak en Syrië, waar de politiek van de internationale gemeenschap om vrede en democratie te brengen niet echt succesvol blijkt, ruikt de terreurorganisatie Islamitische Staat (IS) haar kans. Trainingskampen, nieuwe rekruten en aanslagen: het zijn de perfecte ingrediënten om van Libië een nieuwe terroristische uitvalsbasis te maken.

Triest hoogtepunt vormen de onthoofdingen van 21 Egyptische christenen, in typische IS-stijl vastgelegd in een gruwelijke videoboodschap. Voor Egypte is dit een brug te ver: Caïro voert vergeldingsbombardementen uit op Libisch grondgebied en dringt aan op een nieuwe internationale interventie.

Ook in de Italiaanse laars groeit de zenuwachtigheid na zoveel geweld aan de hiel van het schiereiland. Is de Italiaanse achillespees bedreigd? Volgens de Italiaanse premier Matteo Renzi moet de internationale gemeenschap zich ervoor hoeden over te gaan "van totale onverschilligheid naar militaire interventie". Zijn ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken hadden enkele dagen daarvoor wél al stoere taal laten horen.

Rome vreest ook een massale uittocht van Libische vluchtelingen als de situatie in het land nog verergert. Libië ligt op minder dan 350 kilometer van de Italiaanse kust en dit weekend zijn nog meer dan 2.000 bootvluchtelingen uit Libië moeten worden gered. Volgens de Verenigde Naties zijn vorig jaar 207.000 vluchtelingen de Middellaandse Zee overgestoken. Mensenhandelaars in de Libische chaos hebben duidelijk een nieuwe inkomstenbron ontdekt.

Italië ligt hoe dan ook in de frontlinie en heeft om twee redenen belang bij een stabiel Libië: er is de terroristische dreiging zo vlakbij, maar er zijn ook die tienduizenden ongefortuneerde vluchtelingen die een betere en zekere toekomst zoeken.

imago/Xinhua

"Meer kansen op chaos"

Rik Coolsaet, professor internationale politiek eaan de UGent, is sceptisch.

"Na alle internationale interventies van na de Koude Oorlog is voor mij de belangrijkste les dat er een lokale dynamiek in het land zelf moet zijn waarop een internationale dynamiek zich kan enten", zegt hij tegen onze redactie. "Zoniet zijn er meer kansen op chaos dan op een geslaagde transitie."

In Libië ziet Coolsaet helemaal geen lokale dynamiek. "Het enige alternatief is een massale aanwezigheid van de internationale gemeenschap voor een heel lange duur." Met andere woorden: een succesvolle internationale interventie in Libië lijkt weinig kans op slagen te hebben.

Meest gelezen