De Nigeriaanse economische reus worstelt met problemen

De Federale Republiek Nigeria is het dichtst bevolkte land van Afrika en is sinds kort ook de grootste economie van het continent, vóór Zuid-Afrika. Maar die bloeiende economie komt niet alle Nigerianen ten goede, en dat heeft al vaak geleid tot spanningen, frustratie en burgeroorlog. De laatste jaren is de opstand in het islamitische noorden van het land ontaard in chaos en terreur.

In 1960 wordt Nigeria onafhankelijk van Groot-Brittannië. Het West-Afrikaanse land is niet meteen een toonbeeld van politieke stabiliteit: etnisch-religieuze tegenstellingen, verkiezingen ontsierd door corruptie en fraude, en het leger dat geregeld staatsgrepen pleegt.

In de jaren 60 krijgt het land te maken met de Biafra-oorlog. Na enkele bloedige slachtpartijen vluchten honderdduizenden Igbo vanuit het noorden naar hun stamland in het zuidoosten. De christelijk-animistische Igbo voelen zich achtergesteld door de tevens chistelijk-animistische Yoruba en de islamitische Hausa. Ze willen een onafhankelijk Biafra, maar voor de rest van het land is dat een brug te ver, zeker nadat er olie is gevonden in de Niger-delta, het hart van Igbo-land.

De Biafra-oorlog is wreed en bloedig. Honderdduizenden burgers komen om en honderdduizenden anderen krijgen te maken met hongersnood. De Igbo delven het onderspit en mogen hun onafhankelijkheid vergeten. Hun politieke rol op het Nigeriaanse politieke toneel lijkt voorgoed uitgespeeld.

Noord versus zuid

Net als in zoveel West-Afrikaanse landen loopt ook in Nigeria een etnisch-religieuze scheidingslijn tussen noord en zuid. De zuidelijke helft van het land, het economische zwaartepunt van het land, is overwegend christelijk-animistisch, het armere en achtergestelde noorden overwegend islamitisch.

Lange tijd wordt het gebrek aan economische macht van het noorden gecompenseerd door politieke macht. In de jaren 70, 80 en 90 zijn de militaire dictators vaak afkomstig uit het noorden en zorgen zij ervoor dat hun islamitische volksgenoten niet al te veel worden achtergesteld.

Desondanks blijven de etnisch-religieuze tegenstellingen voort sluimeren. Zeker na de overgang naar democratie in 1999 komt het noordelijke ongenoegen alsmaar meer aan de oppervlakte.

Oud-generaal Olusegun Obasanjo (foto) is de eerste burgerpresident en wordt als man van het zuiden gewantrouwd in het noorden. De alsmaar groter wordende corruptie is niet van die aard om het vertrouwen in de machthebbers in Abuja te laten groeien.

In het noorden groeit de wil om zijn eigen weg te gaan: een eigen islamitische toekomst, wég van de corruptie in de rest van het land, waar de olie-inkomsten ongelijk worden verdeeld. In 2000 vallen er honderden doden bij religieus geweld in de noordelijke stad Kaduna. De geleidelijke invoering van de sharia in de noordelijke deelstaten verdeelt Nigeria steeds meer.

Tegen de zonde, maar vooral erg wreed

In 2002 wordt in de noordoostelijke stad Maiduguri de sekte Boko Haram opgericht. "Boko" is Hausa voor "fraude" of zelfs "westerse opvoeding", "haram" betekent "zondig". Eigenlijk heet de sekte "Het volk voor de verspreiding van de leer van de profeet en van de jihad", wat meteen haar bestaansreden duidelijk maakt.

Boko Haram verzet zich niet alleen tegen de westerse opvoeding in Noord-Nigeria, maar tegen allerlei culturele en maatschappelijke invloeden vanuit het westen. Nigeria wordt volgens de groepering geleid door "ongelovigen". 

Aanvankelijk pleegt Boko Haram aanslagen in de noordoostelijke staten om het regime te destabiliseren, maar de groepering radicaliseert tot een echte militie. Dat heeft niet alleen te maken met de nieuwe leider Abubakar Shekau, maar ook met de bloedige vergeldingsacties door het Nigeriaanse leger, waarbij ook de lokale burgerbevolking niet wordt ontzien.

De laatste jaren is Boko Haram uitgegroeid tot een terreurorganisatie, met banden met Al Qaeda. De militie heeft het kalifaat uitgeroepen in het noordoosten, controleert er grote delen van het land en destabiliseert delen van buurlanden Niger, Tsjaad en Kameroen. De strijd tussen Boko Haram en het Nigeriaanse leger heeft naar schatting al meer dan 23.000 levens geëist, en het corrupte, ongedisciplineerde en slecht uitgeruste leger lijkt nauwelijks in staat de terreurgroep echt aan te pakken.

Het laatste jaar is de toestand helemaal geëscaleerd: Boko Haram heeft schoolmeisjes ontvoerd en voert geregeld wrede aanvallen uit waarbij burgers worden afgeslacht en huizen in brand worden gestoken. Nigeria heeft de hulp ingeroepen van de buurlanden om de fundamentalisten van Boko Haram terug te dringen.

Tot voor kort leek president Goodluck Jonathan (foto) niet echt geïnteresseerd in wat zich in het noordoosten van zijn land afspeelt. Jonathan is een christen uit het zuiden en heeft niet echt electorale belangen te verdedigen in het noordoosten. De voorbije weken heeft hij het geweer van schouder veranderd en is hij er met de hulp van de buurlanden in geslaagd Boko Haram terug te dringen.

Hoe dan ook blijft de ongelijke verdeling van de rijkdom hét hoofdprobleem van Nigeria, waardoor een groot deel van de bevolking straatarm blijft en duidelijk geen boodschap heeft aan de immense olie-inkomsten die blijven steken bij de multinationals en de leidende elite. Intussen raakt de Niger-delta verder vervuild. 

Meest gelezen