"Europa heeft niets geleerd van de Holocaust"

Het is vandaag internationale herdenkingsdag voor de Holocaust. Nicky Aerts, correspondente in Jeruzalem, zoekt uit hoezeer de Holocaust vandaag nog leeft bij de Israëli's.

Vandaag 70 jaar geleden bevrijdden de Russen Auschwitz. Het zou nog een hele tijd duren vooraleer de gruwel van de Holocaust duidelijk werd voor de wereld. De VN bepaalde in 2005, 60 jaar na datum, dat 27 januari voortaan de dag zou zijn waarop de hele wereld stil zou staan bij de Holocaust. Dit mocht en zou zich nooit meer herhalen.

De hele wereld staat vandaag stil bij de Holocaust, behalve Israël en de Arabische landen. Israël heeft al sinds 1951 een nationale herdenkingsdag. Die valt op de dag van de opstand van de Joden in het getto van Warschau. Eind april staat heel Israël letterlijk stil wanneer de sirenes drie minuten lang loeien.

Vandaag op de internationale herdenkingsdag staan de kranten vol met artikels over de Holocaust en zijn er hier en daar wat evenementen. De Israëlische president Reuven Rivlin is niet in het land, hij is uitgenodigd door de VN om daar een toespraak te houden.

Psyche

Volgens Dan Michman, hoofd van het onderzoeksinstituut van het Holocaustmuseum Yad Vashem in Jeruzalem, neemt de Holocaust nog altijd, en steeds meer, een heel belangrijke plaats in binnen de Israëlische samenleving.

"Vroeger stonden we welgeteld één dag stil bij de Holocaust. Nu beginnen we al met de herdenkingsplechtigheden en allerlei manifestaties meteen na Pesach (het joodse paasfeest, nvdr.)."

"Sinds 1980 zijn de scholen ook verplicht dertig lesuren per schooljaar te wijden aan de Holocaust. De leerlingen van het laatste middelbaar gaan op studiereis naar Polen en ook in het leger zijn er speciale programma’s gewijd aan de Holocaust", aldus Michman. Israël doet er alles aan om de Holocaust levend te houden.

Ooit anders

Volgens de Israëlische historicus Tom Segev is dat nochtans ooit anders geweest. In zijn boek "The seventh million - The Israelis and the Holocaust" onderzoekt hij hoe de Joden die vluchtten voor de gruwel in Europa in de pre-Israëlische staat werden opgevangen.

Uit getuigenissen blijkt dat heel wat overlevenden geconfronteerd werden met de vraag hoe zij in godsnaam de kampen overleefd hadden. In die vraag zat veel wantrouwen. "I was asked again and again… I had the feeling that I was being blamed for staying alive", aldus een van de overlevenden.

Maar de komst van de overlevenden en hun integratie in de prille Joodse samenleving was veel complexer dan dit, volgens Dan Michman. "De nieuwkomers moesten zich helemaal opnieuw uitvinden, gewend geraken aan een andere status, aan andere normen en ze moesten zich inschakelen in de kibboets. Ze moesten bovendien hun persoonlijke noden opzijzetten voor het collectief."

Nog niet sterk genoeg

De pre-Israëlische samenleving was nog niet klaar voor de influx van duizenden Joden, die niet meteen de gedroomde zionisten waren. "Most came as refugees, not as Visionary Zionists. Many of them are nothing but migrants who have come, because they have nowhere else to go", dat schreef de krant Haaretz destijds.

Hun integratie verliep dan ook allesbehalve gemakkelijk. Daar kwam nog bij dat de "slachtofferjood" niet paste in het plaatje dat de Joodse samenleving in Palestina voor de toekomstige Israëlische staat voor ogen had.

"De zogenaamde "nieuwe" Jood was geen slachtoffer, maar iemand die het lot in eigen handen zou nemen, een vechter", volgens dr. David Netzer van het Ghetto Fighters Museum. ‘Voor slachtoffers was er geen plaats in Palestina. "De nieuwkomers moesten zich schikken naar de rest. Werken en vechten voor een betere toekomst."

Keerpunt

Het keerpunt komt er eerst en vooral na het proces tegen voormalig nazileider Adolf Eichmann. Door de getuigenissen op het Eichmannproces in 1961 in Jeruzalem krijgt het slachtoffer een gezicht en wordt er geloof gehecht aan de verhalen. Een extra elan komt er na de oorlog van 1967.

Israël voelt zich niet langer een zwakke speler, een slachtoffer, en aanvaardt het lot van de Europese Joden. Meer zelfs, het maakt dat lot tot symbool van de staat Israël. Israël voelt zich misschien geen slachtoffer meer, maar speelt de slachtofferrol maar al te vaak uit, tenminste dat zegt de Amerikaanse schrijver Norman Finkelstein.

Hij noemt wat er na 1967 gebeurt de creatie van "de Holocaust-industrie" en schrijft er een boek over. Daarin heeft hij het over de exploitatie van het Joodse lijden en wijst dan vooral in de richting van de Amerikaanse Joden.

Holocaust als politiek wapen

De Holocaust als dusdanig wordt vaak gebruikt en misbruikt door diegenen die de staat Israël niet gunstig gezind zijn, maar ook ontslagnemend Israëlisch premier Benjamin Netanyahu verwijst regelmatig naar de Holocaust in zijn politieke speeches.

"Hij doet dat alleen als hij vindt dat het relevant is", vertelt me zijn woordvoerder, Mark Regev. "Anders zou hij dat niet doen." Over de relevantie verschillen de meningen grondig. Ook onder de Israëli’s. Dr. Netzer van het Ghetto Fighters Museum is er geen voorstander van. "Netanyahu misbruikt de lessen die we zouden moeten trekken uit de Holocaust. Wat hij doet, is contraproductief."

Om zijn bewering kracht bij te zetten, gebruikt hij een metafoor. "Ik vergelijk het graag met autorijden. Als je alleen maar in je achteruitkijkspiegel kijkt, knal je binnen de kortste keren tegen een auto die voor je rijdt. We moeten een goede balans vinden tussen verleden en heden."

Een uniek historisch feit als de Holocaust inzetten in de politieke arena, getuigt van weinig respect voor de slachtoffers, maar ambassadeur Gideon Behar, de directeur van de overheidsinstelling die vecht tegen antisemitisme, verzekert mij dat je niet genoeg de nadruk kan leggen op het gevaar dat het Joodse volk nog altijd loopt. "Wij zijn nog altijd in gevaar, wij worden nog altijd vanuit verschillende hoeken bedreigd. Kijk naar het opkomende antisemitisme in Europa." En hij voegt er nog aan toe: "Trouwens, het geweld begint met de Joden, maar eindigt niet met de Joden." Met andere woorden, het is in ons aller belang.

Niets geleerd

Volgens Netanyahu heeft Europa overigens niets geleerd uit de Holocaust. De premier liet zich deze uitspraak ontvallen naar aanleiding van het schrappen van Hamas van de lijst van terreurorganisaties. De recente gebeurtenissen in Parijs en Verviers bevestigen hem natuurlijk in die stellingname, maar van een Holocaust is hier geen sprake.

Netanyahu heeft meteen zijn hand uitgestoken naar alle Joden in Parijs. "Kom naar Israël", zei hij, "hier zijn jullie veilig, dit is jullie thuis." André Rothschild is een jonge Parijse Jood, die 4,5 jaar geleden naar Israël kwam.

"Ik had heel veel positieve beweegredenen om naar hier te komen", vertelt hij me, "maar helaas ook een aantal negatieve. Het klimaat in Europa voor Joden is niet echt gunstig. Ik zie er dan misschien wel uit als een gewone jongen, maar mijn naam verraadt me telkens weer."

De ouders van André komen niet naar Israël. Zij hebben een comfortabel leven opgebouwd, familie en een vriendenkring in Frankrijk en zijn niet bereid dat op te geven. Zijn moeder is wat bezorgd, maar zijn vader begrijpt zijn keuze.

Dat geldt ook voor Rocco, een Italiaanse Jood, die 3,5 jaar geleden geïmmigreerd is. "Ik ben alleen naar hier gekomen. Ik heb daar zo mijn persoonlijke redenen voor, maar ik ben bovendien overtuigd zionist. Dit is de plek waar ik wil wonen, al moet ik toegeven dat dat allesbehalve gemakkelijk is."

Oude migranten

André en Rocco zijn uit overtuiging naar hier gekomen. Zoveel jaar na de Holocaust en na de oprichting van de staat Israël. En er komen er elk jaar meer en meer. Begin jaren 90, na de val van de Sovjet-Unie, kwam een grote groep Russische Joden naar Israël. Ariel Sharon, zelf een kind van Russische migranten, ontving ze met open armen.

Onder de 1 miljoen Joden die vervolgens naar Israël kwamen, waren veel Holocaustoverlevenden. Zij maken deel uit van de 193.000 overlevenden die vandaag nog in Israël wonen. De gemiddelde leeftijd is 85 en twee derde van de overlevenden is een vrouw.

De Holocaustoverlevenden uit Rusland genieten niet de compensatievergoedingen, die Duitsland betaalt. Uit een rapport dat in 2014 verscheen, blijkt dat 50.000 van overlevenden onder de armoedegrens leven. Velen daarvan zijn Russen. Hoog tijd dat Israël naast het gebruik van de Holocaust in het politieke debat, werk maakt van betere levensomstandigheden voor deze groep overlevenden en hen een waardige oude dag bezorgt.

Blik vooruit

Afgelopen vrijdag verscheen in de linkse krant Haaretz een column die meteen mijn aandacht trok. De auteur, Anshel Pfeffer, doet er een oproep om de overlevenden van de Holocaust niet langer te beschouwen als een soort heiligen.

"Diegenen die het overleefd hebben, zijn zo heilig voor ons dat we vergeten dat het ook maar gewone mannen en vrouwen waren, met al hun menselijke zwakheden en fouten, geen superhelden. Door ze op die manier te benaderen doet de maatschappij ze tegelijkertijd onrecht aan, omdat er alleen maar belang gehecht wordt aan een klein gedeelte van hun leven: de periode tot aan de bevrijding. De zeventig jaar die daarop volgen, zijn niet interessant."

Pfeffer vraagt in zijn tekst nadrukkelijk aandacht voor het leven dat de overlevenden hier zijn beginnen te leiden, want, zo Pfeffer, "ook vandaag kunnen we daar nog heel veel uit leren".

Hij heeft het dan vooral over hoe de staat Israël met de nieuwe "anderen" omgaat en waarschuwt om niet opnieuw de fouten te maken uit het verleden. De boodschap die ik onthoud is: herdenk de Holocaust, maar respecteer de overlevenden voor wie en wat ze zijn, vandaag.

Meest gelezen