Charlie Hebdo, een bewogen geschiedenis

Charlie Hebdo is een Frans satirisch weekblad met een duidelijk linkse inslag, hoewel het ook linkse partijen en politici niet spaart. Het bevat geen foto's maar wel cartoons en geregeld doet het aan onderzoeksjournalistiek met dossiers over sekten, extreemrechts, het katholicisme, het islamisme en over politieke onderwerpen. Het gaat er prat op iedereen op dezelfde wijze te provoceren, zonder angst of onderscheid, wat herhaaldelijk tot heel wat opschudding leidt. De redactie telde voor de aanslag van woensdag een 20-tal medewerkers.

Het op krantenformaat uitgegeven weekblad wordt in 1970 opgericht in opvolging van het maandblad Hara-Kiri, dat door de Franse overheid nog maar eens wordt verboden, wegens een oneerbiedige voorpagina over de dood van ex-president Charles de Gaulle.

Charlie Hebdo, zo genoemd naar het personage Charlie Brown uit de Peanuts-strips, moet zich meer dan eens wegens smaad voor de rechtbank verantwoorden. Eind 1981 verdwijnt het blad, dat geen reclame publiceert, omdat het niet voldoende abonnees heeft. 

1992

In 1992 ziet Charlie Hebdo opnieuw het levenslicht. Dat jaar worden journalist Philippe Val en tekenaar Cabu ontslagen op de redactie van het tijdschrift La Grosse Bertha, na een conflict met de hoofdredacteur. Zij willen hun eigen tijdschrift stichten, en richten daarvoor een aandelenvennootschap op. Samen met een aantal oudgedienden van de vroegere Charlie Hebdo-redactie, behouden ze 80% ervan in eigen handen, wat hen de gewenste onafhankelijkheid geeft.

Als naam kiest men opnieuw voor Charlie Hebdo, verschillende leden van de oude redactie worden weer aan boord gehaald en ook de opmaak is grotendeels dezelfde. De nieuwe Charlie Hebdo wordt dan ook algemeen gezien als de voortzetting van het oude weekblad, en niet als een nieuwe publicatie. Van het eerste nummer worden meteen 100 000 exemplaren verkocht.

De nieuwe Charlie Hebdo publiceert cartoons en strips van een hele reeks tekenaars, onder wie ook de Nederlander WIllem (kleine foto) en onze landgenoot Kamagurka.

Islamisme

In de nasleep van de aanslagen van 11 september 2001 distantieert het weekblad zich uitdrukkelijk van bepaalde stromingen binnen extreemlinks en de derdewereldbeweging, die uit anti-Amerikanisme toenadering tot het Arabische fundamentalisme zoeken. Volgens Charlie Hebdo vergoelijkt het islamisme het antisemitisme, en vormt daardoor een verwerpelijke racistische stroming.

Charlie Hebdo gaat zijn pijlen steeds meer op het islamisme richten en in 2002 lokt dat een heftige controverse uit. Robert Misrahi publiceert dan een bespreking van het werk van Oriana Fallaci, waarin hij stelt dat het tijd wordt om in te zien dat de islam een kruistocht tegen het Westen onderneemt, en niet omgekeerd. Een storm van verontwaardigde lezersbrieven is het gevolg.

Mohammedcartoons

Als in 2006 de controverse rond de cartoons van de profeet Mohammed in het Deense Jyllands-Posten losbarst, is Charlie Hebdo een van de tijdschriften in Europa die in februari 2006 twee Deense cartoons van de profeet afdrukken. De Franse president Jacques Chirac noemt dat "een manifeste provocatie", maar op een speciale zitting van het Franse ministerie van Cultuur worden verschillende karikaturisten van Charlie Hebdo gelauwerd als verdedigers van de persvrijheid en de democratie.

Een groep moslimorganisaties, waaronder de Moskee van Parijs en de Islamitische Wereldliga, dagen Charlie Hebdo voor de rechtbank voor het desbetreffende nummer, waarvan veel meer exemplaren verkocht worden dan de gebruikelijke weekoplage van 55.000 tot 75.000. De Franse justitie ontslaat het blad van rechtsvervolging en is van oordeel dat de cartoons meer gericht zijn tegen terroristen dan tegen moslims.

In 2011 brengt het magazine een speciaal nummer uit onder de titel Charia Hebdo, nadat bij de Tunesische verkiezingen de islamistische partij Ennahda de meeste stemmen had gekregen. De uitgevers schrijen dat het nummer gemaakt is door gasthoofdredacteur Mohammed, die dreigt met "100 zweepslagen als je je niet doodlacht". Het nummer is in enkele uren uitverkocht, terwijl Franse politici de rechten op vrijheid van meningsuiting van Charlie Hebdo verdedigen.

Op de dag dat het nummer in de winkelrekken ligt, wordt de redactie in Parijs met molotovcocktails in brand gestoken. Ook de website van Charlie Hebdo wordt gehackt en op de homepage verschijnt een foto van Mekka en verzen uit de Koran.

In september publiceert het blad opnieuw opnieuw een aantal cartoons over Mohammed, wat leidt tot talrijke protesten van politici, islamitische en joodse organisaties en tot een aantal klachten bij het gerecht voor "aansporen tot haat", "smaad" en "openbare belediging".

In januari 2013 publiceert het blad een special "La Vie de Mahomet" met een eerste reeks van 64 pagina's met cartoons waarin het leven van de profeet wordt beschreven. De website van het magazine wordt opnieuw dagenlang door hackers belaagd. "Indien mensen geschokt willen worden, zullen ze ook geschokt worden", zegt de toenmalige hoofdredacteur Stéphane Charbonnier, die vandaag een van de slachtoffers van de terroristen wordt.

Meest gelezen