Groot mijnwerkersgraf uit koloniale tijd ontdekt in Bolivia

In de Boliviaanse stad Potosí is een massagraf met minstens 400 lichamen ontdekt. De lichamen zouden die van mijnwerkers uit de koloniale tijd zijn.

Wie Potosí zegt, zegt zilvermijn: in de 16e eeuw ontdekten de Spanjaarden er zilver. De zilvermijn van Potosí, dat op zo'n 4.000 meter boven de zeespiegel ligt, geldt als de grootste zilvermijn ter wereld.

De inheemse bevolking en Afrikaanse slaven moesten de zilverhonger van de Spanjaarden stillen en werkten zich krom in de mijn, waarin miljoenen mensen de dood vonden. Naar schatting 8 miljoen mijnwerkers zouden het zware werk niet overleefd hebben.

School

Het massagraf dat nu is blootgelegd, is ontdekt onder de patio van een publieke school, toen arbeiders graafwerken uitvoerden voor de constructie van een nieuw gebouw.

Volgens onderzoekers van de Tomas Frias-universiteit in Potosí is het graf op zo'n twee meter diepte gevonden. "De lichaamsresten lagen verspreid over een oppervlakte van enkele vierkante meters", vertelde onderzoeker Sergio Fidel aan het Franse persagentschap AFP.

Erfgoed

Het zou in totaal om minstens 400 lichamen gaan. Vermoed wordt dat er nog meer lichamen van mijnwerkers liggen. Volgens sommige historici was de plek vroeger mogelijk een begraafplaats.

Vorige maand werd Potosí door de Verenigde Naties nog op de lijst met bedreigd erfgoed geplaatst. "Ongecontroleerde mijnoperaties" in de Cerro Rico (Rijke Berg) vormen naar verluidt een groot risico voor de Andesstad, die in de koloniale tijd een van de dichtst bevolkte steden ter wereld was.

Meest gelezen