Belgisch oorlogskerkhof in Congo geschonden door M23-rebellen

Tijdens de Eerste Wereldoorlog vochten Belgen en Congolezen zij aan zij aan de grens met Rwanda. De Belgische gesneuvelden daar werden in Congo begraven en kregen een herdenkingsmonument in Kibati. Nu blijkt dat de graven van Belgische oorlogsslachtoffers door M23-rebellen werden geschonden, zo vertelt journalist Ivan Godfroid in MO*-magazine.

Tijdens de Groote Oorlog vochten Belgen en Congolezen broederlijk naast elkaar aan de grens met Rwanda. Op 10 kilometer ten noorden van de stad Goma, in Kibati, is een Europees kerkhof waar ook de Belgische gesneuvelden uit beide Wereldoorlogen begraven liggen. Naast het kerkhof is ook een monument uit zwarte lavablokken opgetrokken ter herdenking van de Groote Oorlog. Het stadje Kibati heeft zwaar geleden onder de bezetting door de M23-rebellen (die hun basis hebben in de provincie Noord-Kivu) en de oorlog om hen te verslaan.

Ook op het Europees kerkhof, waar de Belgen begraven liggen, heeft die strijd zijn sporen nagelaten.Van de stenen zerken blijft amper iets over, en vooral onkruid en diepe putten hebben de begraafplaats overgenomen. Enig bewijs van de Belgische aanwezigheid op het kerkhof, is een grafsteen met deze tekst op: "A la mémoire de Cornes… Joseph-Prosper-P…, Capitaine-Commandant, né à Malines…, mort au ch…" MO*-journalist Ivan Godfroid ontdekte dat het om Joseph- Prosper - Pierre – Florent Cornesse, blijkt te gaan, geboren op 4 december 1881 te Mechelen, en gesneuveld op 27 januari 1916.

Doelbewuste vernielingen omwille van een mythe

MO*-magazine kwam via een lokale informant in Kibati te weten dat de schade aan het kerkhof geen toevallig gevolg is van de oorlogsstrijd, maar doelbewust werd aangericht door de plaatselijke bevolking. Reden hiervoor: een hardnekkige mythe, zo vertelde de informant aan journalist Ivan Godfroid. “In de M23-rebellengroep zaten veel Rwandese soldaten, en één van hun officieren vertelde dat die Belgische gesneuvelden in Rwanda als eerbetoon goud in hun zakken kregen gestopt. Dat had hij in zijn thuisland vernomen. Omdat ze volgens hen dus met hun zakken vol goud werden begraven, hebben ze de lokale bevolking verplicht de graven te schenden. Daarbij gingen ze wel heel drastisch te werk. Het lijkt soms of zelfs de beenderen zijn opgegraven."

Het hoofd van Kibati vindt het jammer dat de rebellen zoveel schade hebben aangericht, zeker omdat ze tijdens hun lugubere speurtocht geen stukje goud hadden gevonden. Toch hebben ze alle zerken tot de allerlaatste opengemaakt. Intussen zou de hoofd van Kibati wel het voornemen hebben om het kerkhof te rehabiliteren en zelfs om te bouwen tot een toeristische attractie.

Meest gelezen