De langste oorlog: soennieten tegen sjiieten

De Syrische burgeroorlog is hoe langer hoe meer een religieus conflict geworden tussen het alawitisch-sjiitische minderheidsbewind van Assad en de soennitische rebellen. Dat dijt uit naar andere landen in de regio en heeft wortels in een ver en bloedig verleden.
AP2006

De oorzaak van de scheuring gaat terug naar de dood van de profeet Mohammed in 632 na Christus. Mohammed was niet enkel een religieus leider, maar ook de politieke chef van de religieuze staat die hij gesticht had en hij zou geen duidelijke opvolging geregeld hebben.

Meteen na de dood van Mohammed begon het gekonkel om de opvolging tussen verschillende clans. Zijn neef en schoonzoon Ali ibn Abu Talib maakte veel aanspraak, maar moest het onderspit delven terwijl achtereenvolgens Abu Bakr, Umar en Uthman tot opvolger of "kalief" gekozen werden. Toen die laatste in 656 vermoord werd, greep Ali zijn kans, maar meteen brak een burgeroorlog uit met de familie van Uthman, de Ummayyaden.

De volgelingen van imam Ali (661-872)

Na de moord op Ali (foto) in 661 kwamen de Ummayyaden aan de macht in het Arabische kaliefenrijk. De familie van Ali, de Alieden, leek te berusten tot Ali's zoon Hoessein in 680 in opstand kwam. Die revolte werd in Karbala in Irak in bloed gesmoord.

De meeste moslims legden zich toen neer bij de heerschappij van de Ummayyaden in Damascus en na het jaar 750 die van de Abbassiedenkaliefen in Bagdad. Zij worden de "ahl as-Sunnah" (volk van de Sunnah) genoemd; de soennieten dus. De Sunnah is de traditie van uitspraken en handelingen van de profeet Mohammed. 

De soennitische kaliefen vervolgden vaak de aanhangers van Ali -de "shi'at Ali" of sjiieten. De directe afstammelingen van Ali wierpen zich op als "imams" of leiders van de sjiitische gemeenschap en moesten vaak ondergronds.

Intern raakte de sjiitische beweging verscheurd tussen vijver-sjiieten (zaydieten; nu in Jemen), zeveners of ismaïlieten (Pakistan) of twaalver-sjiieten of imamieten (Iran, Irak en Libanon). De twaalfde of laatste imam verdween in 872; hij zou op het einde der tijden terugkeren als "al-Mahdi" om de wereld van alle kwaad te zuiveren, althans volgens de twaalver-traditie. 

AP2007

Onder het vaandel van Fatima (960-1171)

In de tiende eeuw strekte het Arabische kaliefenrijk van de Abbassieden zich uit van Marokko tot Pakistan, maar het was in verval. De sjiitische Fatimiedenfamilie maakte daarvan gebruikt om zich in Noord-Afrika te vestigen (groen op de kaart) en zich uit te roepen tot tegenkalief. 

De Fatimieden beriepen zich op hun afstamming van Ali en van zijn vrouw Fatima, de dochter van de profeet. Vanuit Caïro in Egypte controleerden zij al snel Noord-Afrika (zie kaart) en propageerden ze hun 7'er of ismaïlitisch sjiisme. De oostelijke islamwereld bleef onder het gezag van de soennitische Abbasieden in Bagdad en dus was de moslimwereld in twee grote blokken verscheurd. 

Die tegenstelling was zo groot dat de sjiitische Fatimieden vaak een bondgenoot waren van de kruisvaardersstaten, want hun gemeenschappelijke vijanden, de soennitische Turken en Abbassieden, werden als een "groter kwaad" beschouwd. 

Interne verdeeldheid en burgeroorlogen werden het Fatimiedenrijk fataal. De Koerdische veldheer Salah ad-Din (Saladin) -toen al heerser over Syrië- herstelde in 1171 het soennisme in Egypte. Later zou hij Jeruzalem heroveren op de kruisvaarders. Uit de erfenis van de Fatimieden ontstonden kleine hedendaagse groepen zoals de druzen in Syrië en Libanon.

De sjiieten triomferen in Iran (vanaf 1500)

Na eeuwen overheersing door Arabieren, Turken en Mongolen stond het oude Perzische rijk in 1500 uit het niets weer op met aan het hoofd "koning der koningen" Shah Ismail (1500-1524).

Ismail smeedde het Perzische nationaal gevoel en het twaalver of imamitisch sjiisme samen tot een machtig wapen waarmee hij in een mum van tijd Perzië omvormde tot een van de drie grote moslimstaten tussen de soennitische Ottomaanse Turken en de Groot-Moghuls in India.

Shah Ismail steunde op twee pijlers: militair op de Qizylbash of Turkmeense elitetroepen en religieus op de madrassa's of geestelijke scholen van waaruit heel Iran werd doordrongen van het twaalver sjiisme. Zijn dynastie, de Safavieden, verdween in 1736, maar het twaalver sjiisme en de invloed van de ayatollahs zijn nog altijd de drijvende kracht in Iran en dat lang voor Khomeini. 

Strategisch liet Shah Ismail een grote breuklijn na die door Libanon, Syrië, Irak en de Golf loopt tussen soennieten en sjiieten; gedeeltelijk, maar niet altijd samenvallend met het front tussen Arabieren en Perzen. 

Van verleden naar het heden

De moderne wereld leerde de sjiieten kennen door twee gewelddadige gebeurtenissen. In de Libanese burgeroorlog (1975-1989) vochten sjiitische milities zoals Amal en Hezbollah zich in de belangstelling. Toch was het vooral de islamitische revolutie in Iran onder ayatollah Khomeini die het sjiisme wereldwijd in de belangstelling bracht.

Sindsdien is het Midden-Oosten en vooral de olierijke Golf verscheurd tussen de overwegend soennitische Arabische wereld -met de extremistische wahabitische Saoedi's voorop- tegenover het al even extreme twaalver-sjiitische Iran. Aan de andere kant van Iran -in Pakistan en Afghanistan- vallen er wekelijks doden bij aanslagen over en weer tussen beide moslimstrekkingen.

Elders op de frontlijn bracht de Amerikaanse invasie in Irak in 2003 daar -na eeuwen van onderdrukking- de sjiitische meerderheid aan de macht. Het volksprotest in de Golfstaat Bahrein stelt de sjiitische meerderheid tegenover de soennitische koninklijke familie, die overleeft dankzij Saoedische troepen.

In de Syrische burgeroorlog (foto) staat de soennitische meerderheid tegenover het seculiere regime van Assad, dat vooral steunt op zijn eigen alawitische minderheid. Die laatsten vormen een afsplitsing van het twaalver sjiisme. Naast het lijden in Syrië dreigt die oorlog nu ook buurlanden als Libanon en Irak mee te sleuren in het schijnbaar eeuwigdurende conflict dat in de zevende eeuw begonnen is.

Het conflict was er niet altijd -er zijn zelfs gemengde huwelijken- maar extremisten van beide kampen beschouwen de anderen als afvalligen van de islam en misbruiken de tegenstellingen voor politieke doeleinden.

AP2013

Meest gelezen