Nood aan meer alternatieve energie in Vlaanderen

Vlaanderen in Actie (VIA), het actieplan van de Vlaamse regering om van Vlaanderen tegen 2020 een Europese topregio te maken, pakte in 2008 uit met erg ambitieuze doelstellingen. Zo zou Vlaanderen "aanzienlijk meer" gebruik moeten maken van alternatieve energiebronnen. Momenteel halen we de doelstellingen maar er is ook kritiek, bijvoorbeeld op het gebruik van biomassa en restafval als bronnen van groene stroom. Bovendien moeten we de komende jaren nog sneller vooruitgaan om de doelstelling te halen.

Er staat geen concrete doelstelling neergeschreven in het plan. De verklaring is eenvoudig. In 2009 besliste Europa dat in 2020 13 procent van het energiegebruik in België uit hernieuwbare energiebronnen moet komen. Die doelstelling is nog niet vertaald naar aparte doelstellingen voor de gewesten en federale overheid. Momenteel neemt Vlaanderen zich toch voor om tegen 2020 10,5 procent van haar energie uit hernieuwbare bronnen te halen.

5,9 procent hernieuwbare energie

In 2013 was 5,9 procent van alle energieverbruik in Vlaanderen afkomstig uit hernieuwbare bronnen. “Dat lijkt misschien niet veel, maar in 2005 bedroeg het aandeel hernieuwbare energie slechts 1,9 procent van het finale energieverbruik”, aldus Sara Van Dyck, energiespecialiste bij Bond Beter Leefmilieu (BBL). Bovendien bedroeg de doelstelling "slechts" 5,4 procent. We produceren dus meer dan vereist.

Hernieuwbare energie wordt steeds onderverdeeld in drie subgroepen: biobrandstoffen, groene warmte of warmtekrachtkoppeling en groene stroom. In 2013 produceerden we meer biobrandstoffen en groene warmte dan vereist. Voor groene stroom behaalden we exact de doelstelling.

Vlaanderen zit dus op koers wat het behalen van de 2020-doelstellingen betreft. Maar er zijn een aantal vreemde vaststellingen. Zo blijkt dat afval beschouwd wordt als een hernieuwbare bron - goed voor bijna 10 procent van onze groene stroomproductie. En verder: biomassa is goed voor bijna 40 procent.

Onderverdeling groene stroom (2013)

biomassa 37,7%
zonne-energie 31,7%
windenergie 12,8%
biogas 9,7%
restafval 8,4%
waterkracht 0,06%

Bron: VRIND indicatoren

Biomassa klimaatneutraal?

Biomassa is een verzamelnaam voor organisch materiaal als schors, fijn snoeihout en houtpellets. De verbranding ervan wordt verondersteld klimaat- of CO2-neutraal te zijn. Daarom werd het inzetten van biomassa als bron van groene stroom jarenlang aangemoedigd door de Europese Unie. Maar het Europees Milieuagentschap kwam hier echter recent op terug. “Door een rekenfout gaat men ervan uit dat bio-energie CO2-neutraal is, maar dat is niet het geval. Bij de verbranding van biomassa komt er wel degelijk CO2 vrij en die moet worden meegenomen in de berekeningen”, staat te lezen in een rapport uit 2011.

“Biomassa is inderdaad niet volledig klimaatneutraal”, zegt Luc Peeters administrateur-generaal van het Vlaams Energieagentschap (VEA). “desondanks is er wel een duidelijk milieuvoordeel in vergelijking met fossiele brandstoffen.”

Hoe groen is restafval?

Nog eens 10 procent van onze groene stroom wordt opgewerkt door de verbranding van restafval. “In restafval zit immers een fractie van organisch-biologische oorsprong: papier, karton, keukenafval en textiel”, verklaart Luc Peeters (VEA). “Deze fractie wordt door de Europese richtlijnen erkend als biomassa. De energie die hieruit geproduceerd wordt, kan als groene energie beschouwd worden.”

Welk aandeel van het restafval - en welk aandeel van de opgewekte energie - wordt aanzien als biologisch? Een studie van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) wees uit dat het organisch aandeel in de elektriciteitsproductie uit restafval gelijk is aan 47,8 procent. De helft van de stroom opgewekt uit afvalverbranding wordt dus - conform de Europese richtlijnen - als hernieuwbaar beschouwd.

Andere studies tonen echter aan dat dit een overschatting is. De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) berekende in 2011 dat de fractie hernieuwbare energie uit de organisch-biologische deel van het restafval slechts rond de 25 procent ligt. Bovendien: bovenstaande opmerkingen van het Europees Milieuagentschap indachtig, zou biologisch afval helemaal niet in aanmerking mogen komen als bron voor groene energie.

“Interessanter om in Griekenland te investeren”

Vlaanderen - en ook België - zitten momenteel op schema. Maar volgens het laatste vooruitgangsrapport van het Europees Milieuagentschap moet het aandeel groene energie in ons land tegen 2020 twee- tot driemaal zo sterk groeien als de groei die we gekend hebben sinds 2005.

Kunnen we zo’n groei realiseren? “Daarvoor zijn investeringen nodig”, zegt Tessa Geudens, beleidsadviseur bij het comité industrie, onderzoek en energie voor Europees Parlementslid Kathleen Van Brempt, “maar het beleid biedt geen zekerheid op lange termijn. Het doet er geen goed aan dat de nieuwe regering de nog maar net herziene subsidieregels - die voor elke investering een minimum rendement garanderen - in twijfel trekt. Een Vlaamse KMO vertelde me onlangs dat het interessanter is om in Griekenland te investeren dan hier.”

Conclusie

In Vlaanderen wordt 5,9 procent van de energie geproduceerd uit hernieuwbare bronnen. Daarmee zitten we voorlopig op schema. Er is echter kritiek op het gebruik van biomassa en restafval als bronnen van groene stroom. Indien we de doelstelling van 10,5 procent tegen 2020 willen halen, moeten we er de komende jaren nog sneller op vooruit gaan dan de afgelopen zeven jaar. Of dit zal lukken, lijkt momenteel onwaarschijnlijk: de onzekerheid omtrent oa. het openhouden van de kerncentrales en de steeds veranderende regels omtrent subsidies voor hernieuwbare energie creëren geen goed investeringsklimaat.

Meest gelezen