België op twee na hoogste vermogensbelasting? Geen sprake van

Tegenstanders van een vermogenswinstbelasting zwaaien met rapporten waaruit moet blijken dat de vermogens in ons land al heel zwaar belast worden. Wie de cijfers even onder de loep neemt, snapt meteen: hier klopt niets van.

De voorbeelden zijn legio. Tijdens een uitzending van "De vrije markt", nog tijdens de regeringsonderhandelingen, sprak topman van VBO Pieter Timmermans: “Ik ken geen enkele belasting in dit land waar we niet in de top-3 staan. Alles is in zeer en zeer hoge mate belast. Ook het vermogen.”

Ook hoofdredacteur van De Tijd Isabel Albers schreef eerder deze week nog: “België heeft nu al in verhouding tot het bruto binnenlands product de op twee na hoogste vermogensbelastingen, zo blijkt uit OESO-cijfers. Alleen in het Verenigd Koninkrijk en in Frankrijk zijn ze nog hoger."

OESO en Hoge Raad voor Financiën spreken tegen

De beweringen van De Tijd en Pieter Timmermans staan in scherp contrast met die van de OESO en de Hoge Raad voor Financiën. Pascal Saint-Amans, directeur fiscaliteit van OESO, sprak zich tijdens recente hoorzittingen in de Senaat uitdrukkelijk uit voor een tax shift van arbeid naar vermogenswinst. “De belasting op arbeid is heel hoog”, zei hij voor de Commissie Fiscale Hervorming, “Lonen, ook de zeer lage, worden extreem belast. De belasting op kapitaal is veeleer laag."

Ook de Hoge Raad voor Financiën zegt in haar rapport over de tax shift dat een taks op vermogensinkomsten “de belangrijkste marge” is voor een belastingshift.

OESO-cijfers verkeerd geïnterpreteerd

De OESO-topman beweert dat de belasting op kapitaal in ons land “eerder laag” is, toch beweert De Tijd op basis van OESO-cijfers dat vermogensbelastingen in ons land erg hoog zijn. Meer nog: de vermogensbelasting zou de op twee na hoogste zijn van alle OESO-landen.

Hier klopt iets niet. Wat? Zowel Timmermans als de krant De Tijd maken een belangrijke denkfout. België staat inderdaad op de derde plaats in de lijstjes van de OESO en de Europese Commissie, na de Fransen en de Britten. Maar een belangrijk detail wordt over het hoofd gezien: de lijst toont niets meer dan de belastingopbrengsten in elk land. Op basis van die opbrengst kan niet worden uitgemaakt hoe hoog de belastingdruk is.

België op plaats drie betekent dus niet: België heeft het op twee na hoogste tarief op vermogens. Maar wel: België haalt op twee landen na het meeste belastingen uit vermogens op - althans in verhouding tot het bruto nationaal product. Indien we de redenering van Albers en Timmermans doortrekken, zouden we moeten besluiten dat ook Luxemburg - in het OESO-lijstje op plaats 5 - er één van de hoogste vermogensbelastingen van Europa op nahoudt.

Vanwaar de verwarring?

Om te kunnen vergelijken tussen landen drukt de OESO belastingopbrengsten uit tegenover de grootte van de economie of het bruto nationaal product. Dit is een percentage. En dit percentage wordt erg gemakkelijk verward met een belastingtarief.

De denkfout komt vaak voor, en werd al herhaaldelijk door zowel de Europese Commissie als de Nationale Bank van België aangekaart. “De omvang van de belastingen op het vermogen in verhouding tot het bruto nationaal product is geen relevant gegeven voor niveau van de tarieven”, schreef de Nationale Bank van België in 2010. Het Eurostat-rapport waar Pieter Timmermans zijn cijfers vandaan haalt, stelt duidelijk dat “op basis van belastinginkomsten niet uitgemaakt kan worden of die het resultaat zijn van hoge tarieven of de aanwezigheid van een groot vermogen."

Een eerdere factcheck - net voor de verkiezingen - kaartte de denkfout ook al eens aan. Maar na de verkiezingen duiken de cijfers nog even vaak op in discussies en krantenartikels.

Hoe zwaar is de belastingdruk op inkomsten uit vermogen?

De lijsten die door Timmermans en de Tijd gebruikt worden maken geen onderscheid tussen vermogens en vermogenswinsten. De cijfers die ze aanhalen hebben betrekking op vermogenstaksen. Volgens de Europese Commissie horen ook successierechten en verkeersbelastingen onder zo’n vermogenstaks. De cijfers hebben dus weinig te maken met een vermogenswinstbelasting of een belasting op een inkomen uit vermogen.

Wat het belasten van een inkomen uit vermogen betreft, bengelt ons land aan de staart van de OESO-landen. Een OESO-rapport uit 2013 toonde aan dat België op de allerlaatste plaats staat voor het belasten van meerwaarde op aandelen en vastgoed. Ook dividenden en interesten op obligaties worden in ons land een pak lichter belast dan het OESO-gemiddelde. Net daarom pleiten de Hoge Raad voor Financiën en de OESO voor een tax shift van arbeid naar vermogenswinsten.

Let wel, het is niet de bedoeling te doen uitschijnen dat Albers of Timmermans tegen een tax shift zijn. Noch is het de bedoeling te suggereren dat Albers en Timmermans op éénzelfde lijn zitten wat een eventuele tax shift betreft. Maar de cijfers die ze gebruiken, vertellen maar de halve waarheid.

 De Tijd heeft zelf de internationale en nationale studies over belasting op vermogens onder de loep genomen op en komt tot de conclusie: België is geen paradijs voor vermogens.

Lees het volledige artikel op de site van De Tijd

Meest gelezen