Tien jaar na de treinramp in Pécrot

Op 27 maart 2001 reden twee treinen ter hoogte van het Waals-Brabantse dorp Pécrot met hoge snelheid frontaal op elkaar in. Acht mensen kwamen daarbij om. De ramp riep toen al vragen op over de veiligheid van de spoorwegen, bijna dezelfde vragen als vorig jaar bij de treinramp in Buizingen.

Het tragische ongeval gebeurde tien jaar geleden op de lijn tussen Leuven en Ottignies. De bestuurder van een lege trein reed bij zijn vertrek uit het station van Waver voorbij een rood stopsein, waardoor de trein op het verkeerde spoor terechtkwam. Even later botste hij met een snelheid van meer dan 80 km/u frontaal tegen een passagierstrein die vanuit Leuven kwam.

De beide treinbestuurders overleefden de klap niet. Ook zes passagiers kwamen om het leven. Het gaat om een van de zwaarste treinongevallen uit de Belgische geschiedenis.

Oorzaken

Volgens het onderzoeksrapport was het treinongeval in Pécrot te wijten aan een opeenstapeling van menselijke fouten en tekortkomingen in de infrastructuur. Het spoorpersoneel merkte dat er een trein op het verkeerde spoor reed. Maar de bestuurders van beide treinen konden niet worden gewaarschuwd en ook de elektriciteitstoevoer kon niet tijdig worden afgesloten.

Waarom kon de trein zo lang op het verkeerde spoor doorrijden? Op het proces achteraf bleek dat de crisisrichtlijnen niet eenduidig waren, dat de bestuurder zonder problemen door het rood kon rijden en ook dat de communicatie erg stroef was verlopen. Dat lokte heel wat verontwaardiging uit over de veiligheid van de spoorwegen.

“De wet van Murphy heeft gespeeld”, reageerde de toenmalige NMBS-topman Etienne Schouppe, nu staatssecretaris voor Mobiliteit (CD&V). De nadruk lag vooral op menselijke fouten en een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Wel bezwoer de overheid om lessen te trekken uit het tragische ongeval.

Tien jaar later

De veiligheid bij de spoorwegen raakte na de ramp geleidelijk aan weer op de achtergrond, tot het land in februari 2010 door het dodelijke treinongeval in Buizingen werd opgeschrikt. De balans: 18 doden en meer dan 170 gewonden. Een bijzondere commissie Spoorveiligheid moest nagaan waar het de voorbije dertig jaar was misgelopen.

Tijdens de periode 1982-2010 heeft de spoorwegveiligheid “geen verbetering van betekenis ondergaan”. Dat was de vernietigende conclusie van de commissie. Het verslag zegt ook dat de grote treinongevallen in ons land niet tot maatregelen hebben geleid die de veiligheid hebben verbeterd. “Het ongeval in Aalter (1982), noch dat van Pécrot hebben geleid tot afdoende actie”, luidt het.

De spoorwegmaatschappij NMBS liet weten dat ze de aanbevelingen van de commissie ter harte zal nemen.

Jorn Van Thillo

Meest gelezen