"FDF werd weggebiept uit eerste Gordellied"

Vandaag kan u voor de 30e keer naar believen wandelen en fietsen in de rand rond Brussel. In 1981 vond de allereerste editie plaats. Micha Marah werd gevraagd een ondersteunend lied te zingen, zeg maar de voorloper van het "officiële" Gordellied. Het leverde haar tijdelijk de titel "Jeanne d'Arc van de Brusselse taalstrijd" op. Mocht u bovendien twijfelen om af te zakken naar de rand rond Brussel, dan laten we drie bekende Vlamingen nog de schoonheid van de groene rand bejubelen.

"De zes van Drogenbos en Linkebeek, ik hou van Wemmel, Rode, ook van Kraainem en van Wezembeek"

De titel van Micha Marahs nummer was "Ik hou van alle zes", verwijzend naar de zes faciliteitengemeenten rond Brussel.

Micha Marah: “In 1980 ben ik van de Kempen naar het Brusselse verhuisd. Door een medewerker van het actiecomité "Waar Vlamingen thuis zijn" werd ik gevraag hoe ik tegenover heel die problematiek stond. Ik noem me niet fanatiek Vlaams, in de zin dat ik op de barricades zou gaan staan, maar ik vind wel dat we iets moeten doen om onze taal te verdedigen. Ze wilden heel die problematiek ook buiten Brussel en de randgemeenten onder de aandacht brengen en vroegen of ikzelf interesse had om daarover een lied op te nemen."

"Wie Vlaanderen kent, die weet dan wel dat men probeerde om die zes te mengen in een heksenspel en te verfransen, FDF"

De platenfirma van Micha Marah reageerde enthousiast en zo werd "Ik hou van alle zes" op plaat gezet. "Het is duidelijk een politiek getint lied. Daarom hadden we totaal geen idee of en in welke mate radio of tv dat lied ging oppikken. Dergelijke liedjes liggen immers vrij gevoelig. Maar tot onze grote verbazing begon men dat nummer op grote schaal te draaien. In sommige radioprogramma’s heeft men wel een "biep" gezet op het woord FDF, na de zin dat men de zes probeerde te verfransen. Maar bijvoorbeeld Jos Ghysen trok zich daar niets van aan", aldus de nu 57-jarige zangeres. Sommigen noemden haar in die tijd ietwat spottend de "Jeanne d'Arc van de Brusselse taalstrijd".

"Laat het klein zijn, laat het mijn zijn. Het is toch mijn eigen vaderland"

Tegenwoordig is het lied niet langer een vast onderdeel van een optreden van Micha Marah. "Maar als de mensen er speciaal om vragen zal ik het zingen, bijvoorbeeld in het kader van de 11 julivieringen. Ik zeg er dan bij dat we momenteel zoveel jaren verder zijn en dat het nog altijd zeer actueel is", besluit ze.

Kikkers, krekels en ezels

In de rand rond Brussel wonen verschillende bekende Vlamingen die daar blijkbaar zelfs heel graag wonen. Dicht bij de drukke hoofdstad van België, maar nog altijd het gevoel hebbend te kunnen ademen.

Walter Baele, alias Eugène Van Leemhuysen of prins Filip, verhuisde een 15-tal jaar geleden naar Hoeilaart: "De groene long rond Brussel is hier in het Zoniënwoud het mooiste. Als sporter is dat hier echt een verademing. Ik vertoef heel graag in de natuur en hou erg van de stilte, goed of slecht weer. Ik begrijp niet dat iemand voor een regenvlaag gaat schuilen. Misschien zijn dat mijn West-Vlaamse roots: nooit opgeven en doorbijten. Mijn vrouw heeft ooit gezegd: wanneer jij niet meer kan gaan lopen, dan ga ik van jou lopen, want dan zal er geen kot meer met jou te houden zijn."
 

Ex-tennisspeelster Sabine Appelmans woont momenteel in Asse, waar ze ook regelmatig op de fiets terug te vinden is: "Asse is voor mij een plek waar het goede leven en rust samenkomen. Wanneer we met goed weer in de zomer op ons terras zitten, zeggen we soms tegen elkaar dat we eigenlijk het idee hebben in de Provence te zitten. Dit is heel mooi stukje groen, met al die koeien en schapen. Soms is het wel luidruchtig, vooral ’s ochtends met al die kikkers, krekels en ezels. Asse was vroeger de streek van de hop. Ik heb op vraag van het gemeentebestuur in mijn tuin zelfs een hoppeveld aangelegd."

Publieksopwarmer en mediawatcher Sven De Leyer is geboren en getogen in Tervuren en wil daar voorlopig niet weg: "Ik heb af en toe de nood om eventjes weg te zijn en hier slaag ik erin steeds weer nieuwe plekjes te ontdekken. Maar sommige wandelingen heb ik al honderd keer gedaan. Het is voor mij het alternatief voor het werken achter een computer, waar de ideeën veel moeilijker komen. Nee, dit is veel inspirerender. Ook wil ik soms heel alleen zijn en daarvoor is het hier ook perfect. Je vindt hier nog plekjes waar heel weinig mensen komen. Gelukkig ben je hier in Tervuren, waar je ook bent, binnen de drie minuten in een park of in een bos. Tegenwoordig ben ik vooral, sportief gezien, een fietser omdat de knieën voor het lopen wat minder meewillen."

Met dank aan “De madammen” en “Middagpost Vlaams-Brabant” (Radio 2).

Meest gelezen