Wat de eiercrisis ons leert over de luizen bij kinderen

We horen het nu vrijwel elke dag in het nieuws: verschillende loten eieren in België en Nederland hebben een te hoge concentratie van het verboden middel fipronil. Dat middel is in onze eieren terechtgekomen via een insecticide dat werd ingezet om bij kippen luizen te bestrijden. Bloedluizen meer bepaald. En die hebben wel meer gelijkenissen met "onze" hoofdluizen dan u op het eerste gezicht denkt.
Dingena Mol / HH

U herkent het misschien wel: de kinderen komen thuis na een weekje scouts- of chirokamp, vol wilde verhalen maar ook oververmoeid en ongewassen. ’s Avonds, terwijl ze in bad zitten, merk je dat ze toch wel erg veel krabben. Je kijkt even met een kammetje achter hun oren en jawel, daar zijn ze: tientallen neten -luizeneitjes dus- en een eenzame luis die zich snel uit de voeten maakt.

De eiercrisis die momenteel ons land treft, heeft op het eerste gezicht weinig te maken met hoofdluizen bij kinderen. Kippen hébben geen last van hoofdluizen, wel van de beruchte bloedluis. Die bloedluis of dermansyssus gallinae is bovendien geen echte luis, maar een mijt. Het beestje is ongeveer een halve millimeter groot en nestelt zich graag in verwarmde kippenstallen en volières. ’s Nachts kruipt het dan uit spleten en kieren te voorschijn om bloed van kippen te drinken. Bloedluizen lusten wel mensenbloed, maar ze hebben vogelbloed nodig om zich te kunnen voortplanten.

Let op met wondermiddeltjes

Toch zijn er opvallende gelijkenissen tussen de hoofd- en de bloedluis. Een eerste parallel is de wildgroei aan middeltjes om beide parasieten te bestrijden. Voor hoofdluis zijn er tientallen chemische producten, vaak in de vorm van een shampoo of haarlotion. Er zijn ook ontelbare huis-, tuin- en keukenmiddeltjes, van kokosolie en anijs tot vaseline en zelfs mayonaise. Voor de durvers is er ten slotte een elektrische kam, die luizen genadeloos elektrocuteert.

Ook in de kippensector is er een wildgroei aan middeltjes. Het meest voor de hand liggend zijn natuurlijk pesticiden, zoals het verboden fipronil: op korte termijn vaak effectief, maar gevaarlijk voor de volksgezondheid. En verboden, natuurlijk, dat ook. Kippenboeren bestrijden bloedluis daarom vaak met natuurlijke producten. Zo kan je de zitstokken van je kippen insmeren met slaolie. Je kan ook knoflook vermengen in hun drinkwater. De bloedluizen zouden het knoflookbloed minder graag lusten, waardoor ze na verloop van tijd gewoon uitdrogen. En er is natuurlijk ook Dega-16, een product op basis van menthol en eucalyptus.

Toch blijft het zoeken naar dat ene wondermiddel, dat de bloedluis op slag kan uitroeien. De Nederlandse firma ChickFriend beweerde de voorbije jaren dat ze zo’n supermiddel gevonden had. Gewoon even verstuiven in de stal en klaar. Mooi meegenomen: na afloop rook de stal ook nog lekker naar menthol. Vertegenwoordigers van ChickFriend trokken in België en Nederland van stal naar stal, om hun middel aan de man (of kip) te brengen. Veel boeren waren enthousiast, niemand had argwaan. Tot bleek dat ChickFriend stiekem het verboden fipronil toevoegde aan zijn wondermiddel. Streng verboden en mogelijk gevaarlijk voor de volksgezondheid. Toch niet zo’n wondermiddel, dus.

Moraal van het verhaal: als iets te mooi lijkt om waar te zijn, dan ìs het ook vaak te mooi om waar te zijn. En dat geldt ook voor de behandeling van de hoofdluis. De vaak dure shampoos en lotions die je kan kopen in de apotheek zijn volgens de CM nog altijd minder effectief dan de klassieke nat-kam-methode. Daarbij ga je met veel geduld door het haar van je kind met een fijn kammetje, van achter naar voor kammend om na een paar minuten de kamrichting om te keren. Na enkele dagen moet je de behandeling weer herhalen. Tijdrovend en vervelend, maar wel effectiever dan chemische producten. Als je de methode juist uitvoert, is ze bijna altijd effectief. Geen enkele luis is opgewassen tegen al zoveel gekam.

Wees realistisch

Nog een gelijkenis tussen bloed- en haarluizen: het zijn allebei taaie, hardnekkige diertjes. Bloedluizen kunnen in barre tijden maar liefst negen maanden zonder voedsel. Ze zijn dan ook amper uit te roeien. Eén enkel koppeltje en een handvol eieren en je bent als kippenboer weer helemaal naar af. Bij een plaag verdubbelt de populatie elke zeven dagen en op één enkele kip zitten soms 100.000 tot 200.000 bloedluizen. Tot de volgende bestrijdingsronde begint.

Ook hoofdluizen zijn taaie klanten. Ze zijn ook, net als de bloedluis, van alle tijden. Archeologen hebben luizen gevonden in de kam van een Romeinse soldaat en in de haren van duizend jaar oude Peruviaanse mummies. Luizen zijn, kortom, onze trouwe metgezel. De enige manier om die vervelende luizen voor eens en altijd uit te roeien: iedereen tegelijk behandelen of zelfs kaal scheren, niet echt een realistisch vooruitzicht. En dus kunnen we maar beter met luizen leren leven. Ja, ze zijn vervelend en ja, het is vloeken als je kind van school een brief meekrijgt om te zeggen dat er (alweer!) luizen gevonden zijn. Maar luizen zijn er altijd geweest en zullen er altijd zijn. Dat gewoon accepteren kan ons veel nodeloze stress besparen.

Als uw kind binnenkort krabbend van kamp terugkeert, denk dan even aan die arme kippenboeren. Adem vervolgens diep, haal dat fijne kammetje uit de schuif, en begin er gewoon aan. Het zal niet de laatste keer zijn.

Meest gelezen