Voor een op de vier kinderen geboren in 2016 is Nederlands niet de moedertaal

Bij exact 27,2 procent van de kinderen geboren in 2016 in Vlaanderen is het Nederlands niet de taal die het kind met de moeder spreekt. Dat blijkt uit het jaarlijks rapport "Het kind in Vlaanderen" van Kind en Gezin. Al wordt wel benadrukt dat dit niet wil zeggen dat de moeder geen Nederlands kan spreken. Zoek onderaan dit artikel ook op hoe de situatie specifiek is in uw provincie en in uw gemeente.

Kind en Gezin registreert de taalgegevens omdat jonge kinderen die thuis een andere taal spreken dan het Nederlands, geconfronteerd worden met grotere uitdagingen om het later op school en op de arbeidsmarkt goed te doen. Hoewel dus een op de vier geen Nederlands als moedertaal heeft, merkt Kind en Gezin wel op dat dat niet noodzakelijk betekent dat de moeder geen Nederlands spreekt of begrijpt. Ook kan iemand anders in het gezin Nederlands spreken met het kind.

Het aantal kinderen waarvan Nederlands de moedertaal is, daalt met 0,7 procentpunt ten opzichte van 2015. In 2012 lag het cijfer nog 2,2 procentpunt hoger. "De stijging van het aantal kinderen met een moeder van niet-Belgische origine heeft daar wellicht mee te maken", zegt Kind en Gezin daarover in het rapport. De moedertaal van een op de twintig (5,6 procent) is Frans. Arabisch en Turks komen respectievelijk op plaats twee (4,1 procent) en drie (2,7 procent).

Er zijn wel grote regionale verschillen merkbaar. In Vlaams-Brabant is bij vier op de tien kinderen het Nederlands niet de moedertaal (40,5 procent). Daarna volgen Antwerpen (32,1 procent), Oost-Vlaanderen (22,9 procent), Limburg (21,2 procent) en West-Vlaanderen (15,1 procent).

Hoe zit dat op Vlaams en provinciaal niveau?

Hoe zit dat in uw gemeente?

De interactieve grafiek werkt niet in onze app. U kunt die wel raadplegen op de desktop- of de mobiele website.

Meest gelezen