Aantal dossiers over homofobie stijgt in jaar tijd met 12 procent
Sinds 2012 steeg het aantal dossiers zelfs met ruim een vijfde (22 procent). Die evolutie is volgens Unia deels toe te schrijven aan de toegenomen bekendheid van het centrum. "We moeten alert blijven", benadrukt directeur Els Keytsman. "Ondanks de evolutie van het juridisch kader en de toegenomen acceptatie, vooral bij jongeren, blijven er pijnpunten. Homofoob gedrag en haatboodschappen blijven bestaan."
Van de dossiers uit 2016 gaat 30 procent over haatmisdrijven in het dagelijks leven (in het openbaar vervoer, op straat, in familiale kring). Daarnaast heeft ook een groot deel (29 procent) betrekking op het domein media, het gaat dan bijvoorbeeld over haatzaaien op de sociale media. Iets minder dan een vijfde van de door Unia geopende dossiers speelt zich af op de werkvloer.
Verbeterpunten
Hoewel de Belgische wetgeving in vele opzichten als een voorbeeld wordt beschouwd, pleit Unia voor verbeteringen. Het centrum formuleerde eerder deze maand na analyse van de antidiscriminatie- en antiracismewet nog 27 aanbevelingen. In grote lijnen vindt Unia dat de wetten tekortschieten voor bepaalde slachtoffers en dat ze in sommige gevallen te weinig armslag bieden.
Een van de verbeterpunten is de "feitelijke straffeloosheid van homofobe persdelicten". "Het is moeilijk te begrijpen dat iemand die vandaag op papier of via het internet aanzet tot haat, geweld of discriminatie van holebi's in de feiten niet vervolgd wordt. In tegenstelling tot het aanzetten tot racisme, is homofobe haatpraat niet gecorrectionaliseerd en blijft het de bevoegdheid van het hof van assisen. Dit beperkt de slagkracht van de antidiscriminatiewetgeving", zegt Keytsman.